Inleiding (Onderdeel van het Pilot project Lossing). Het totale pakket van het N.P.O.-Wedvluchtbeleid bestaat uit een aantal onderdelen. Het Vervoer vervult binnen dit beleid een voorname rol. In 1997 heeft het N.P.O.-bestuur een aanzet gegeven om de vervoersomstandigheden, met name de technische aspecten hiervan, onder de loep te nemen. Ditmaal wil het N.P.O.-bestuur de vervoerslogistiek vanuit het kader welzijnsaspecten onder het licht houden en met de opgedane kennis en ervaringen het N.P.O.-Vervoersreglement verder complementeren middels aanpassingen c.q. uitbreidingen. Dit moet zijn beslag krijgen in het najaar van 2001 tijdens de A.V.L.-N.P.O. middels concrete voorstellen. De achterliggende gedachte is dat met een verbeterde vervoerslogistiek het concept Lossingsreglement tijdens het vliegseizoen 2002 nog beter op werkzaamheid en deugdelijkheid kan worden getest. De hierna volgende en aan het Lossingsbeleid gerelateerde aandachtspunten dienen door de werkgroep Vervoer nader te worden uitgewerkt en in aparte voorstellen te worden gegoten ten behoeve van besluitvorming tijdens de A.L.V.-NPO najaar 2001. Een verbeterde logistiek zal in 2002 in verhoogde mate bijdragen tot optimaal testen van het concept Lossingsreglement Welzijn en vervoersaspecten in het kader van lossing. We hebben het vroegste lossingstijdstip bepaald alsmede het uiterste tijdstip van lossing. Wat kunnen we verder nog stroomlijnen? Het bepalen van het uiterste tijdstip van vertrek van de containers van de centrale verzamelplaats van de afdeling naar de losplaats, opdat er vanuit de organisatie alles aan kan worden gedaan met betrekking tot een verantwoorde lossing.
Om goed van de losplaats te kunnen vertrekken moeten duiven uitgerust zijn en ontdaan van alle stress. Het inkorven, overladen, vervoer, omgevingstemperatuur, mandbezetting etc. leveren voor duiven een bepaalde mate en vorm van stress op. Die stress raken duiven kwijt door een verantwoorde verzorging van de convoyeur en door een bepaalde periode van rust. Voor iedere 100 over de weg gereden kilometers (de afstand wordt bepaald door de verste afstand Afdeling) om op de losplaats te komen, dient minimaal 1 uur rusttijd in acht te worden genomen alvorens de lossing plaats vindt. Indien hiermee niet of onvoldoende rekening wordt gehouden, is dit direct van invloed op het vertrek van de losplaats en op het vluchtverloop. Is de lossing verder onzorgvuldig inzake minder gunstige weersomstandigheden, dan zijn alle ingrediënten aanwezig die kunnen leiden tot een rampvlucht of slecht verlopen vlucht. Een uitgewerkt voorbeeld: een vlucht van 300 km op 1 mei. Datum: 1 mei Om vanaf 06:40 (indien de weersomstandigheden goed zijn) te kunnen beginnen met de lossing van deze 300 km vlucht, zullen de duiven een rustperiode gehad moeten hebben van 3 uur. Dat betekent dat de duivenauto om uiterlijk 06:40 - 3 = om 03:40 op de losplaats aangekomen dient te zijn. Komt de duivenauto echter om 04:40 aan, dan kan de lossing pas plaats vinden vanaf 07:40. Een ander voorbeeld uit een andere periode van het jaar onder andere, zeker niet ondenkbeeldige omstandigheden met jonge duiven. Datum: 30 juli Echter hierbij kunnen nog enkele andere bijzondere omstandigheden optreden, die van invloed zijn op het vluchtverloop: Dat is een voorbeeld van een complexe vlucht, die om verantwoord te lossen nogal wat risico´s met zich meebrengt. Normaliter wordt er gewacht met lossen tot de inversie is opgelost. Meestal gebeurt dit onder invloed van natte thermiek (invloed sterker wordende zon) en een mogelijk opstekende wind in de loop van de ochtend. In dit voorbeeld komt vroeg in de middag droge thermiek om de hoek kijken vanaf 13:00 uur met daarbij een temperatuur van 28C. Mogelijk is dat de inversie in werkelijkheid wel eens na langere tijd (pas rond 11:00) geheel opgelost is. Dat betekent voor het welzijn van de duiven dat de eersten ruim voor de middag hun hok bereikt moeten hebben en dat voor de overigen redelijkerwijs de tijd rest tot 13:00 uur om thuis te komen, voordat de hoge temperatuur en de droge thermiek de duiven serieus parten speelt. In dit specifieke geval staat het welzijn van de duiven centraal en om dit te kunnen waarborgen dient er enig risico genomen te worden. (In dit geval zou het feitelijk het beste zijn als er niet wordt gelost.) De wind en windkracht doen een concoursduur vermoeden van rond de 4 uur voor de eerste duiven. Om dit te kunnen bereiken dient ertussen 07:30 en 08:00 gelost te worden. Tijdens de inversie. Eerder is soms zelfs beter omdat de duiven dan meer vliegtijd krijgen, voordat de genoemde negatieve weersfenomenen op zijn sterkst zijn. Het spreekt vanzelf dat dergelijke vluchten van geval tot geval bekeken moeten worden. Deze weersomstandigheden zijn meestal vrij goed een dag vooruit te voorspellen, zodat passend op de omstandigheden kan worden ingespeeld. Echter zodra de nachttemperatuur boven de 15C uitstijgt, moet er rekening gehouden worden met een optredend vochtverlies van de zich in de container bevindende jonge duiven dat wel kan oplopen tot 40% (door o.m. onervarenheid met drinken in de mand hetzij in het verenigingslokaal als in de duivenauto; gebaseerd op gegevens uit onderzoek W.O.W.D.). Om dit vochtverlies op te kunnen vangen dient er vanuit welzijnsoogpunt en verantwoord vluchtverloop na 2 uur rijden 1 uur te worden gestopt; de deuren te worden geopend (het teveel aan warmte i.v.m. de buiten temperatuur afvoeren) en de duiven van water te worden voorzien (vochtverlies aanvullen). Dit zijn de voorwaarden om postduiven tijdens deze omstandigheden goed en verantwoord te kunnen vervoeren in een traditionele duivencontainer zonder verluchting om uiteindelijk een verantwoorde vlucht met goede afloop te kunnen waarborgen. Echter dient bij het vorig voorbeeld van 5 uur reistijd 2 uur extra reistijd te worden opgeteld. Dit houdt in dat er rond 20:40-21:00 van de verzamelplaats van de afdeling vertrokken moet worden richting losplaats. Om dit te kunnen realiseren moet er of eerder door de verenigingen ingekorfd worden, of indien dit organisatorisch geen haalbare kaart is, dient de afstand met 100 km (=tijdwinst) ingekort worden om een verantwoorde vlucht vanuit welzijnsoogpunten te kunnen waarborgen. Het is bekend dat vluchten gehouden onder dergelijke omstandigheden bijna altijd slecht tot minder goed verlopen. Heel veel jonge duiven zijn nog onbekend met waar zij exact moeten drinken in de duivencontainer. Daarnaast hebben zij onder de genoemde negatieve weersomstandigheden grote moeite met het overbruggen van afstanden boven de 300 km. In dit specifieke geval heeft het de voorkeur, in plaats van donderdag in te korven (wat een nog langer verblijf in de reismand bij extreme omstandigheden betekent), dat er pas vrijdags wordt ingekorfd, dat de afstand wordt ingekort en dat er vroeg wordt gelost. In dit specifieke geval dient steeds de nadruk gelegd te worden op het welzijn van de duiven gezien vanuit het standpunt van de publieke opinie met betrekking tot verliezen. Het is de duif die in de publieke opinie steeds de hoofdrol toebedeeld krijgt en het is daarom wenselijk dat wij binnen onze organisatie allen op dezelfde manier denken en handelen. Daarnaast vindt iedere duivenliefhebber het erg als hij duiven kwijt raakt. En: hoe meer duiven er van een vlucht terug keren, des te minder de aantallen ingekorfde duiven van week tot week zullen dalen. En het zijn deze aantallen die het de vervoersorganisaties binnen onze sport mogelijk maakt financieel verantwoord te opereren. In deze snijdt het mes van verantwoord organiseren en lossen dus aan twee (en eigenlijk nog meer) kanten. De volgorde van lossen. Kanttekeningen bij het vervoer.
De uitdraai van het klimaatbeheersingssysteem moet een duidelijk overzicht opleveren van de reis naar de lossingsplaats. Dergelijke systemen worden al vele jaren tot volle tevredenheid gebruikt bij het vervoer van pluimvee, varkens en levensmiddelen. Ook stallen zijn vaak voorzien van soortgelijke systemen. Het moet dus mogelijk zijn om een specifiek klimaatbeheersingssysteem voor een postduivencontainer te ontwerpen.
Tot besluit: Wij hopen dat ook de tweede pilot bij u in even vruchtbare aarde valt en staan open voor uw aanvullingen, reacties en verbeteringen. Met vriendelijke groet, namens het bestuur N.P.O. S.L.M. van Breemen. 5 april 2001. Kosten
|