Noten leren lezen 2

De kweekduiven zitten inmiddels een kleine week gekoppeld. Over het algemeen mag ik tevreden zijn over hoe het gegaan is. Een serie nieuwe broedhokken en duiven. Eigen wat op de kweek werd gezet en nieuw. Ook heb ik enkele zomerjongen op de kweek gezet en dan moet je altijd maar afwachten hoe dat uitpakt. Gelukkig wonderwel. Op 2 koppels na. 1 koppel is nieuw en dat wil vooralsnog voor geen meter en een ander koppel blijft aan het hakken en vechten. Beiden flikken dat ieder jaar weer zodat het vandaag of morgen kliko werk wordt. Duiven die volharden in dommigheid en weerbarstigheid daar heb ik een bloedhekel aan.

 

Spel met duiven is een en al organisatie en duiven die daar niet in passen daar kom je niet mee vooruit. Als er eieren van komen dan hobbelen de jongen overal achteraan. Overal het laatst mee. Met spenen. Met leren eten en drinken. Met naar buiten gaan. De rest vliegt al en als je pech hebt schrikken de laatsten een keer mee omhoog en ben je ze kwijt. Tweede ronde is dan vaak te laat om nog mee te spelen. Dus weg met duiven die zelf proberen de dienst uit te maken. Hoe goed ook of wat voor afstamming dan ook. Het schiet niet op en je krijgt de kriebels van zulke duiven. Ik althans wel.

 

Zoals u misschien weet ben ik enkele jaren geleden over gegaan op het gebruik van vogeltjeszand in mijn broedschotels. Erg praktisch. Je vult het zo bij en verversen is ook zo gebeurd. Ze lopen een deel uit de schotel vandaan en zo blijft de bodem van het broedhok ook mooi droog. Dit jaar heb ik een nieuw soort zand uitgeprobeerd met eucalyptus erin wat ontsmettend zou moeten werken tegen allerlei zaken die we niet op het hok willen hebben. De geur is de eerste paar dagen vrij indringend maar de duiven geven er niets om.

 

Een serie kweekkoppels op weg helpen is vrij arbeidsintensief voor een werkend mens. ’s Morgens vroeg een serie koppels loslaten. Drinkbakjes opbergen zodat ze er geen waterballet van maken. ’s Middags na het werk weer opsluiten en een nieuwe serie loslaten. Na het eten alles weer opsluiten. Drinkbakjes omspoelen en schoonmaken. Voeren. Water geven. Grit & mineralen geven. En dan is het rond 9 uur eindelijk tijd voor koffie en even onderuit zakken.

 

Heel wat mensen hebben me gevraagd wanneer de nieuwe stambomen op mijn site komen omdat ze die willen bestuderen. Even geduld want ik mis ’s avonds nog even de puf om weer achter de pc te kruipen om stambomen in te voeren. Maar ik ben al een eind op streek. Wat willen mensen überhaupt met stambomen? Dat vraag ik me weleens af.

 

Zelf ben ik heel secuur met het kweken op stambomen. Of een duif wordt ingeteeld omdat hij zelf uit een kruising voortkomt. Of andersom. De bedoeling van dit systeem is om het goede, oude en bewezen bloed vast te houden. En om de generatie op te frissen met wat vers bloed. Zo krijg je door de jaren heen toch een soort duif onder de pannen die aan elkaar verwant is.

 

Wat kun je van een stamboom leren? Op de eerste plaats of de liefhebber in kwestie er een systeem op nahoudt of dat die maar wat aan klungelt en hoopt dat het succes zo komt binnen waaien. Van zulke mensen zou ik alleen iets bij halen van een superkoppel om mijn stam wat op te frissen. Omdat het uit een kruising voortkomt zal hoogstwaarschijnlijk de doorvererving moeilijk zijn. Deze twee items zijn voor mij belangrijk. Toch houden melkers er vreemde ideeën op na.

 

De afgelopen week kwam ik in contact met een melker uit Zuid Afrika. Die had een doffer van ’91 met een Hollandse ring gekocht samen met nog enkele kinderen ervan. De nakweek had heel goed gepresteerd. Of ik eens wilde kijken of er van het hok van oorsprong nog iets te krijgen was. Aan de hand van de afstamming zou hij dan beslissen. Ook hier in onze contreien lopen er talloze melkers rond die zich door een stuk papier laten foppen. Kweekstations en broodfokkers spelen hierop in met de bedoeling van de modegrillen te profiteren. En zodra de modegril omgeslagen is, zo snel is ook het hok weer bevolkt met de volgende. Waar zijn ineens al die “goede” duiven dan gebleven?

 

Sinds enkele weken is er een nieuw duiven forum in de lucht. Ik verbaas me daar telkens over het gebrek aan basis kennis van duiven. Men koopt duiven op afstamming oftewel pedigree. Waar ze dan precies naar kijken is me nog een raadsel. Zal wel een publiekelijk geheim zijn want er is niemand die me het vertelt ;-)

 

Als ik doorvraag hoe ze duiven voor het kweekhok selecteren dan komt er even niets en even later: dat zijn mijn beste vliegers. Die hebben bewezen dat ze rap en recht naar huis kunnen komen. Dat is mijn keus voor het kweekhok. En soms geeft men ruiterlijk toe het niet precies te weten waar ze op moeten letten: “ik ben geen kei in het keuren van duiven”.

 

Natuurlijk is het belangrijk dat je duiven presteren. Dat is de basis van de hobby. Duiven van een niet presterende familie zou ik ook niet op mijn kweekhok willen hebben. Maar is de conclusie juist om goede vliegduiven gelijk te stellen aan goede kweekduiven?

 

Je zou geneigd zijn om te zeggen: ja dat is zo. Kijk eens naar al die verkopingen op internet. Daar brengen de beste vliegers toch het meeste geld op? De mensen die ze kopen doen ze toch op hun eigen kweekhok. Die zijn toch niet zo dom dat ze zo maar blind een boel geld uitgeven? Ik denk dat die conclusie onjuist is en dat de meeste hoge bedragen worden uitgegeven door handelaars in duiven. Die duiven komen wel op een kweekhok terecht maar niet dat van henzelf.

 

Meestal zijn die handelaars geen domme lieden. Als je een goede duif hebt dan willen ze die graag kopen. Maar ze willen er dan vaak ook broers en zusters of de ouders van hebben. Hebben. Voor henzelf. Want ze weten uit ervaring dat de omringende familie vaak de kweekduiven oplevert. Maar welke.

 

Waar moet je op letten als je duiven keurt? Het verbaast me telkens weer dat er maar heel weinig liefhebbers zijn die geïnteresseerd zijn in het leren over duiven. Hoe ze een duif moeten beoordelen. Men stelt maar bitter weinig vragen en denkt kennelijk dat de kennis wel komt aanwaaien of zo…

 

Op een buitenlands forum werd een vooraanstaand liefhebber over het onderwerp kennis aan de tand gevoeld. Het kwam er telkens op neer dat hij ‘er’ een goed gevoel over moest hebben. Over de vleugel. Het oog. De spieren. En zelfs als hij een koppel in een broedhok had gedaan om te koppelen dan moest hij er een goed gevoel over hebben. Het ‘goede gevoel’ kon hij helaas niet onder woorden brengen. De vraag rijst of hij dan niet kon of niet wilde natuurlijk. Ik denk eerder dat hij het niet kon en zijn beslissingen nam op basis van jarenlange ervaringen met duiven. Maar de meeste liefhebbers kunnen niet bogen op jarenlange ervaringen met duiven beoordelen.

 

Op eigen hok ben je snel uitgekeken. Je hebt om ervaring op te doen vergelijkingsmateriaal nodig. Vroeger waren er enorm veel verkopingen waar je goede duiven in de hand mocht nemen. Nu is dat anders. Hele hokken worden opgekocht. De besten eruit gehaald en de rest wordt op internet geveild. Het gros krijg je nooit in de hand en pas na het kopen van zo’n duif mag je dat pas. Het geeft mij het idee van toen ik nog kind was en een cadeautje van Sinterklaas mocht uitpakken. Nu zijn er sites waar je die cadeautjes kunt ruilen als je er niks aan hebt. En voor duiven heb je duivenmarktplaats. Boordevol met miskopen en duiven die op de een of andere manier niet de toets der kritiek konden doorstaan. De meeste melkers proberen dus de toetsen van een muziekinstrument te bespelen zonder dat ze noten kunnen lezen…