Vorige week kwam ik tijdens het lezen van de krant net zoals u dat artikel uit de serie oude Hints tegen. Heeft u het ook gelezen? Toen ik het uit gelezen had, kwam ik tot het besef dat er eigenlijk de laatste 5 jaar geen fluit veranderd is. We zijn doorgegaan met de oude wegen verder te bewandelen. De afdelingen met hun eigen winkeltje. De lossingsverantwoordelijken die nog steeds niet denken in het belang van de duif. Het NPO bureau onder leiding van dezelfde directeur zonder enige schwung. Het NPO bestuur waar helaas maar weinig of geen beleid gemaakt wordt in het belang van de sport. Verenigingen die verdwijnen. En de ledenaantallen die zijn blijven dalen. Is er dan eigenlijk wel wat veranderd? Ja wel degelijk denk ik. Er is iets veranderd aan de instelling van de leden en van de besturen van de goedwillende verenigingen. Die verenigingen die steeds opbouwende kritiek en goed bedoelde suggesties hebben aangedragen. Die zijn het wel gaan geloven. Die besteden hun tijd nu aan andere dingen. Bezoeken geen vergaderingen van hun afdeling meer. Informeren hun leden wel achteraf. Want veranderen doet er toch niets. Dus dat is gemakkelijk en bespaart tijd en moeite. Die tijd kun je beter steken in de PR van je eigen vereniging. En zeker geen onverstandige keuze als je alles eens goed op de keper beschouwt nietwaar.

 

Op de voorjaarsbeurs liep ik na lange tijd een bekende melker uit het Zuid-Hollandse tegen het lijf.
“Weet je wat?” zei die.
Ik zei: “nee, vertel het me maar”.

 

Het kwam erop neer dat de leden van zijn eigen club tegen een voorstel hadden gestemd en dat ze nu in een grote regio lossing terecht waren gekomen. Met als uiteindelijk resultaat dat de duiven wekelijks van achter terug zouden komen.

 

“Zijn ze nou zo stom?”
“Ik niet, dan hij, sorry euhh jij, ook niet”, zei ik.
Hij knikte begrijpend.
“Maar we kunnen elkaar de hand geven”, zei ik.

 

Ook wij zijn weer eens terug bij af en krijgen iedere week weer gezellig loterij met ongelijke kansen. Minuten geven aan mensen die eerder klokken en kilometers verder weg wonen. Alleen bij ons was er niet over gestemd. Het werd mede gedeeld. Eens te meer beseft men niet hoezeer men de wedvluchten en de sportbeleving negatief aan het beinvloeden is. En als je er iets van zegt dan kan je niet tegen je verlies. Toch?

 

In mijn club laten ze de boel de boel. Begrijpelijk. En gelijk hebben ze na de laatste confrontatie met het wankele rechtssysteem van de NPO. Op de dag dat het gebeurde belde de NPO secretaris me op om te vragen of ze bij ons in de afdeling soms gek geworden waren om duiven in de regen te lossen. Het regende pijpestelen en de daken bij hem in de buurt zaten vol vluchtduiven van ons. Dat moesten we niet pikken. De zaak is voor geweest. En raadt u wat? De realtime meegebrachte radarbeelden en overige bewijzen werden in de prullenmand gedeponeerd. En de afdeling werd in het gelijk gesteld. Super hun best gedaan.

 

“We laten de boel de boel”, zei mijn secretaris een beminnelijk mens wijs geworden van jaren leiding geven in een grote organisatie.
“We gaan het lekker gezellig maken in de club. En wat er verder achter de schutting allemaal gebeurt, dat wil ik niet eens meer weten.”
Ik denk dat hij gelijk heeft. Nee, ik weet het zeker.

 

Ik ga nu richting 51. Ik kan me nog als de dag van gisteren twintig jaar geleden voor de geest halen. De duiven die ik toen had. De plannen die ik toen had. Ik wilde iets achter laten waar de duivensport iets aan had. En ik wilde wat doen waar de organisatie wat aan had. Ik denk dat ik daar ruimschoots in ben geslaagd. Toen ik 31 was wilde ik graag mijn bijdrage leveren aan veranderingen om te helpen verbeteren. Vond de mensen van 51 maar oud en conservatief. Over tien jaar word ik 61. Dan hebben de jonge liefhebbers van dan het over die ouwe eigenwijze kerel die het allemaal beter weet. En halen de schouders op. Het is tijd geworden om terug te keren naar de echte duivensport. Voeren. Krabben. Observeren. Tussen de duiven zitten. Opleren. Duiven wachten. Om weer te gaan genieten van de duiven zelf in de eigen achtertuin. Plezier te hebben in de eigen club. Biljartje maken en af en toe eens flink slap ouwehoeren en lachen. En daarbuiten de boel de boel laten. Het zal wennen zijn. Maar er moet maar een andere liefhebber van 31 opstaan en aan het veranderen slaan. En er zoveel energie in steken als ik gedaan heb. Laat die dan proberen om zijn energie zo positief mogelijk te besteden. En door te gaan op de positieve energie die hij op zijn acties terug ontvangt. En zodra het teveel om slaat naar negatief, dan is het, u raadt het al, weer tijd voor een opvolger van 31… Als die er dan nog te vinden is…

 

Tja……….

 

Mijn doffers zijn inmiddels flink op hol geslagen. Vorige week vrijdag heb ik ze hun duivin en hun jong afgenomen. In het begin heb ik ze wat krap gevoerd. Maar de laatste dagen ben ik ze aan het opvoeren. Gisteren avond moest ik er in de schemer nog eentje binnen laten. Een uurtje of 5-6 aan de haal geweest misschien wel. Nu weer even gas terug met het voer, want anders wordt het te gek. Dan kost het echt duiven. En dat is niet de bedoeling.

 

Ik heb er al twee ingeleverd. Toch eentje met de schouder uit de kom. Ik dacht dat ik het af kon kloppen dit jaar. Jammer. Een mooie rode jaarling doffer ingeteeld op mijn stamdoffer “Het Boerke”. Ik ga hem op de kweek zetten. Hij bevalt me. De andere was een vale doffer. Een van de mindere die ik had naar mijn mening. Toen de trainingen werden opgevoerd en met een groot jong in de schotel viel hij met coli door de mand. In tegenstelling tot vroeger heb ik nu eens niet gelijk naar de medicijnpot gegrepen. En heb het even laten begaan. Vertrouwd op de anti coli werking van Profi Solution. Er kwamen geen andere gevallen bij. De vale doffer heb ik na een dag of vier toch maar opgeruimd. Het adeno virus zoekt zijn weg tot in de lever en dan is het over en uit. Toch jammer. Ik had hem graag getest.

 

Ook bij de jongen gaat het nog steeds crescendo. Afkloppen! Ik voeg 1/3 Profi Solution toe aan het kweekvoer en mijn vrouw hoor ik nog niet klagen dat er blijven zitten als ze ze binnen roept. Dat is namelijk een signaal dat er iets niet goed zit. Duiven met een goed werkend spijsverteringssysteem verteren goed en krijgen dus op hetzelfde moment van de dag opnieuw honger. Daar waar het verteringssysteem niet goed werkt, hebben de duiven geen of minder honger. Dat is meestal het begin van het gedonder in de glazen. Maar tot op heden 6 weken na het spenen nog geen spoor van iets waar ik me zorgen over hoef te maken. Dat is buitengewoon. Ze ontwikkelen zich perfect en de kleine veertjes stuiven in het rond. En ze zijn vlugger dan anders. Het doet me deugd als ik ze in het weekend zo zie doen.

 

Ik hoop dat het komend weekend goed weer is. Dan haal ik mijn opleermanden weer uit de schuur tevoorschijn en begint het lieve leven weer. Het is verstandig om in deze tijd van het jaar niet meteen ver weg te rijden met de duiven. De energie die zich orienterende duiven nodig hebben is nog onvoldoende of niet aanwezig. Dat houdt in dat ze dan het meest gebruik maken van hun visuele geheugen. En dat moet weer aangescherpt worden met herinneringen. Goed helder weer is daarbij nodig. Zodra de duiven als een speer vertrekken van de losplek, dan mag je pas een stapje verder gaan. Voorzichtigheid is de moeder van de porceleinkast. Laat de duiven het zelf vertellen dat ze eraan toe zijn. Anders gewoon nog een keer van dezelfde plek opleren. Van veel opleren in deze tijd van het jaar krijgen de duiven vertrouwen. En daar gaat het om. Als het straks een keer slecht weer is en de lossers vinden van niet, dan zullen ze dat vertrouwen in eigen kunne hard nodig hebben.

 

Na het weekend ga ik ze hun duivin weer terug geven en mogen ze nog een keer een nest beginnen voor het seizoen begint. Kort. Een dag of 5. Anders komen de eerste pennen los te zitten. En dat moet niet. Ik ga het wel iets anders doen. Ik ga ze een dag of 10 voor de eerste vlucht al op weduwschap zetten. Met de bedoeling ze het weekend voor de eerste vlucht een paar keer te lappen. En de laatste keer met de duivin in de bak als ze thuis komen. Dan moeten ze het weten. En kunnen ze er tegen aan op de eerste wedvlucht.

 

In deze tijd van het jaar is het zaak om uw duiven goed te observeren. En dan bedoel ik of ze goed gezond zijn. De mate van gezondheid staat recht evenredig op de prestaties die u van uw duiven kan en mag verwachten. Het is een bekend gegeven dat de duiven met de beste gezondheid zich het snelst orienteren. Die niet goed gezond zijn, zijn veroordeeld tot klad vliegen. Of gaan in het ergste geval verloren. Zorg dat u niet tot die groep liefhebbers behoort die na de tweede of derde vlucht in de wachtkamer van de dierenarts te vinden is. Omdat de duiven niet willen wat u wilt. Dan is het kwaad al geschied. Let dus goed op uw duiven. Trainen ze hard en hoog. Of werken ze verveeld hun trainingsrondjes af al zwalkend rond het hok. Voor u nog een vraag? Voor mij inmiddels een weet!