Op veler verzoek heb ik toch mijn aantekeningen uitgewerkt tot de aflevering van “In en rond mijn hok” die u te kort kwam. Dank voor de vele, vele positieve reacties die ik mocht ontvangen. Niet gedacht en nooit verwacht. Ze hebben me over een dood punt heen geholpen. Een week lang heb ik rondgelopen met het idee om al mijn duiven op te ruimen en andere dingen te gaan doen. Wat melkers uberhaupt bezielt om het toch al zo uitgedunde korps collega’s nog verder te proberen uit te dunnen is mij een volslagen raadsel. Als je dat dan ook nog eens ter tafel legt bij een zekere instantie dan is succes voor 100% verzekerd. En succes van de man die met de zeis de koppen eraf maait die boven het maaiveld uitsteken waart snel rond met de tam-tam, want dat is een nationale sport. Dan de mensen die menen ook nog een extra duit in het zakje te moeten doen om de boel nog wat aan te dikken. Die er vervolgens helemaal bij horen. Denken ze. Ik spreek de wens uit dat ze allemaal heel snel ook heel hard mogen vliegen. Eens kijken wat ze er dan zelf van vinden als er altijd op je gelet wordt. En er altijd wel iets is wat op je aan te merken valt. Ook al doe je nog zo je best. En wildvreemden die je totaal niet kent en een uitgesproken mening over je hebben. Je onderuit proberen te schoffelen. Ik denk aan de uitspraak van een groot kampioen: “Laat ze toch allemaal barsten en laat ze het lekker allemaal zelf uitzoeken”. Een week lang heb ik met de gedachte rondgelopen om dat welgemeende advies op te volgen. En helemaal is het nog niet uit mijn hoofd verdwenen. Een hobby hoort wel plezier te brengen toch? Ik vind het jammer dat zij die minder succes oogsten er plezier in scheppen om op een andere manier met hun hobby bezig te zijn. Het zij helaas zo. Schijnbaar een ingebakken aard van een boel van die beestjes.

 

Maandag 13 mei ’02.

 

Het is weer eens maandag en de zon schijnt volop. De uitgestelde lossingen hebben mazzel en gaan er vroeg uit. All clear to go. Jammer dat we voor dit soort weer geen contract af kunnen sluiten…

 

Ik twijfel wat ik moet doen met mijn doffers. Al twee weken hebben ze geen mand gezien en daarom is er maar weinig energie verspeeld. De vraag is gesteld of de afdeling genegen is om de vlucht voor komende zaterdag in te korten en vrijdag in te korven om het de duiven die gisteren terug gekomen zijn wat gemakkelijker te maken. Daar hebben ze het vanavond over. Maar als het donderdag inkorven is dan moet ik vandaag beginnen met opvoeren. Tja wat nu.

 

Ik observeer de doffers een poosje en ze trainen er flink op los. Uiteindelijk besluit ik om half om half gerst en Zoontjens te geven en het restant op te ruimen.

 

Verdikke wat ik al dacht gebeurt. De lesbiennes hebben eieren gelegd. Maar ze krijgen hun trekken thuis met meer grit dan gerst. Ik zal ze krijgen. Dat getrut moet wel snel over zijn. Doffers die hebben het zo door als duivinnen niet in hen geinteresseerd zijn. Toch wat beter oppassen met het voeren van de duivinnen in het vervolg.

 

Dinsdag 14 mei ’02.

 

Nederland: iedere dag ander weer. Vandaag stormt het en regent het maar weer eens pijpestelen voor de verandering en mijn vrouw houdt de jonkies maar weer eens binnen.

 

’s-Middags is het weer gelukkig opgeknapt als ik de doffers eruit laat. Ze klappen er flink tegenaan. Als ik het voer opruim hebben ze bijna alle popcorn mais laten liggen. Vooraf had ik ze al grote gele mais gegeven. Duiven foppen blijkt eens te meer een kunst te zijn.

 

Vanavond heb ik Sander de Ruiter uit Bussum op bezoek. Een nog jeugdige melker. Van de winter heeft hij hutje bij mutje gelegd en een bon bij mij in de club gekocht. Ik laat hem uit een nestkoppel kiezen en als hij het niet meer weet stop ik ze alletwee in zijn mandje. Hij is de koning te rijk. Vooral als ik hem mee naar buiten neem en de hokken laat zien. Hij glimt als hij even naar binnen mag kijken. En kan het niet geloven dat ik zo simpel duiven houd en dat mijn hokken zo heel gewoontjes zijn. Het beroemde bovenhok wordt door hem van alle kanten bekeken. Tien nationale overwinningen zijn er gevallen en daar moet toch iets bijzonders aan te ontdekken zijn. Hij kan zijn ogen niet geloven als hij ziet dat ze er zo onder de pannen zitten. En ook nog eens merkt dat het de enige doorgang is naar het jonge duivenhok ernaast. Ja, zo simpel kan het zijn. En tegen alle duivenwetten in.

 

Woensdag 15 mei ’02.

 

Zoals u allen weet heeft “Winning” een gratis abonnement voor jeugdleden in de aanbieding. Helaas wordt daar nog maar bitter weinig gebruik van gemaakt. Ik vermoed dat de jeugd liever spelletjes op internet doet en muziek download dan iets wil leren over duiven. Toen ik jong was zou ik een moord voor een dergelijke kans hebben gedaan en eeuwig dankbaar zijn geweest. Maar de tijden veranderen kennelijk. Ik besluit een oproep te plaatsen in de discussiehoek van de NPO en plaats er mijn emailadres zodat geinteresseerde jeugdleden kunnen reageren. Al snel krijg ik mail uit Veenendaal. Het bericht wordt verwijderd omdat het reclame is… Ik kan het even niet meer volgen. Sorry je wilt iets voor de jeugd doen en dat mag dan dus niet. Ik hoef u niet te vertellen dat ik zeer teleurgesteld ben in onze organisatie. Het geeft eens te meer te denken.

 

Daarom: Kent u een jeugdlid met een emailadres? Informeer hem of haar over deze unieke kans om aan extra duivenkennis te komen. Doen!!!

 

Als ik ’s-middags het jonge duivenhok in ga blijkt dat ze in de buitenbak veel voer hebben laten liggen. De verandering van het voersysteem begint al te werken. Een goed teken. Als ik ze in de buitenbak laat, eten ze met graagte de restanten op. Dat is goed voor de andere dag. Met wat voer in de krop zullen ze buitengewoon trainen. En ze zijn onderhand klaar voor hun eerste kenismaking met de reismand. Zodra het kan ga ik met ze op stap. Hoe vaker ze opgeleerd worden hoe beter het is. Het heeft geen enkele zin om jonge duiven in een keer naar 100 km te sturen. Dat betekent kwijt en klagen. Dus begin er vroeg mee en trek er zo veel mogelijk op uit als het weer in orde is. Veel opleren betekent hier veel kopprijzen spelen. Met kwaliteit heeft dit niet echt te maken. Dus liggen er kansen voor iedereen!

 

Vandaag begin ik met wat tegenstrijdige gevoelens aan een experiment. U moet weten dat ik midden in de stad woon met enorm veel platte daken rondom mijn hokken waar bijna altijd wel water te vinden is. Ik heb altijd enorm goed met mijn jongen gespeeld en nooit last gehad van waar ik vorig jaar last van kreeg. Na thuiskomst van elke vlucht doken mijn jonge duiven als razenden op het water af op de dakkapellen. Ze kwamen enorm goed naar huis, maar eenmaal gedronken kost het gigantisch veel tijd om ze binnen te krijgen zodat ze geklokt konden worden. En het vuile dakwater zorgde voor veel slechte mest en dito conditie. Als oorzaak heb ik gedacht aan een ziekte, geen water onderweg of oververhitting. Ik heb het probleem jammergenoeg niet kunnen achterhalen. Vanavond plaats ik een drinkpan gevuld met water bovenop het hok. Ik hoop dat de jongen dan daar gaan drinken na de vlucht en dat er misschien eentje op tijd binnenloopt. Je moet wat verzinnen om het probleem op te helpen lossen. Niets veranderen is misschien wel weer dezelfde ellende.

 

Donderdag 16 mei ’02.

 

Vanavond is het inkorven voor Pont St. Maxence (375 km). Het weer voor zaterdag is niet veel soeps. Pluspunt is de zuidwestenwind die matig is. Ik verwacht dat die de buien uiteen zal jagen en dat er daardoor ook ruimte voor de zon zal zijn. Daarnaast hoop ik dat de extra pagina op Teletekst met lossingsadvies zorgt voor nog betere hulp bij het lossen.

 

’s-Middags laat ik de doffers uit en gooi even later de duivinnen er ook tussen. Dolle pret natuurlijk. Ik hoop ze zo een goede motivatie mee te geven die wat langer blijft hangen. Ik verwacht dat de vlucht met een behoorlijke snelheid zal worden afgwerkt en dan kon dit wel eens een handje meehelpen.

 

Vrijdag 17 mei ’02.

 

Vandaag is het schitterend mooi weer en ik besluit om mijn jonge duiven in te gaan pakken en op te leren. Ik stop ze in een heleboel manden zodat ze niet te dik zitten en laat ze een poos op de achterplaats staan zodat ze aan de mand kunnen wennen. Dan rijd ik met ze naar de rand van de stad en zet ze ruim in de rondte in een groot veld. Het is natuurlijk een ritje van niks voor ze. Eenmaal omhoog zien ze het hok al staan. Maar het gaat om het leren. Dit jaar ga ik het eens anders proberen en ik los ze stuk voor stuk en bekijk ze allemaal even. Kun je ook wat opmerken: er zat er een tussen die wat scheef wegvloog. Een grote bonte lichtkras. Die moet er dus uit. Helaas. Het heeft geen zin om hier verder mee te werken, want je raakt ze op een gegeven moment toch maar kwijt.

 

De drinkpan op het dak werkt. Als ze met zijn allen na een uur naar beneden komen landt de hele bende op het hok en een behoorlijke club rent op de drinkbak af om hun dorst te lessen. Daarna rotzooien ze wat op het dak van het hok, maar gaan niet het dak van het huizenblok op. So far so good. We zullen zien wat er straks tijdens de jonge duiven vluchten gebeurt.

 

Zaterdag 18 mei ’02.

 

Het weer onder invloed van de zuidwesten wind blijkt mee te vallen zoals ik verwacht had. Ik word van diverse kanten gebeld om op te passen, want er worden snelheden gehaald van meer dan 1700 mpm. Ik ga rekenen en sta vanaf even na een uur op post. Eigenlijk tegen beter weten in, want het is gaandeweg de ochtend steeds donkerder geworden en tegen enen komt er vanuit het zuidwesten een inktzwarte lucht opzetten. Even later vallen er dikke druppels. Dat maakt het uitgesloten om tegen 50 km overvlucht kop te spelen in de grote afdeling. Jammer. Je probeert het. Maar als er een stel buien op de vluchtlijn zitten kun je het voorgoed vergeten. Niet te bekijken? Als het in de ochtend goed is en eveneens de rest van de middag dan is het dubbel jammer als ze juist op zo’n moment thuiskomen.

 

Als de inktzwarte en dreigende lucht juist boven mijn achterplaatsje is aangeland valt de eerste duif op het keukenhok. Weer daar. Hij komt helemaal van achteruit terug en moet dus geprobeerd hebben om de bui heen te vliegen. De klok geeft 13:25 aan en dan is de snelheid gezakt tot iets boven de 1500 mpm. Ik denk dat ik laat zit, maar het is toch de eerste duif in de club. De tweede valt op 28 en de driejarige doffer heeft het helemaal gehad en valt plat op zijn buik op het dak van het hok. Ik vraag me af hoe het mogelijk is dat een oude, geroutineerde doffer zo uitgewoond thuis kan komen. Hij valt direct op de drinkpan op het dak aan. En alle doffers die op het bovenhok wonen, waar de drinkpan bijna naast de klep staat, doen dat. Een geweldige dorst hebben ze en de vlucht zou eigenlijk relatief gemakkelijk moeten zijn want warm is het helemaal niet. Hoe is dat nu toch mogelijk. Dat het een vreemde vlucht was waarbij externe factoren duidelijk een rol speelden blijkt uit het feit dat de vlucht 45 minuten open staat. Dat is abnormaal. Uiteindelijk ben ik er 4 kwijt waaronder een geroutineerde klepper. En dat is minder leuk.

 

Zondag 19 mei ’02.

 

Naar aanleiding van de vreemde verlopen vlucht van gisteren schrijft Ton Bollebakker uit Laren het volgende:

 

“Ik ben het met je eens dat de melding op teletekst over de weersgesteldheid een goede stap in de richting is. Maar het kan beter, in de voetbalwereld worden de clubs verantwoordelijk gesteld voor de wandaden van spelers en suporters. De Europese voetbalbond en KNVB delen boetes uit als de regels worden overschreden en draaien voor de kosten op. Nu echter in het duivenwereldje, vergelijk de KNVB met de NPO. De NPO maakt een lossingsbeleid (heb jij al gemaakt) en ventileert dit naar de afdelingen. De afdelingen zijn verantwoordelijk voor het vervoer en lossen van de duiven. Mochten er onregelmatigheden zijn, verkeerde lossingen e.d. dan neemt de NPO zijn maatregelen. Het geven van boetes is geen populaire maatregel en ik weet dat de liefhebbers het weer moeten ophoesten, maar de afdelingsbesturen moeten wel met hun billen bloot om het gat weer financieel te dichten. Het is van mijn kant een goede suggestie, misschien dat jij het op kan pakken om eens deze stelling op internet te plaatsen en kijken wat de reacties zijn.”

 

Het probleem in duivenland is het bestel met inmiddels 12 autonome afdelingen met daarboven een adviserende NPO. De nieuwe pagina is het zichtbaar maken van een advies van het IWB waar wij liefhebbers een dik bedrag jaarlijks voor neertellen. Als het blijkt zo te zijn dat adviseren niet helpt, d.w.z. dat afdelingen er anders over denken, dan vind ik een boetesysteem zeer goed op zijn plaats. En publiceer maar gerust in de kranten wie.

 

Het hele probleem is voortgesproten uit de nota: “Vliegend naar 2000”,

 

waar het geld een belangrijker plaats in nam dan waar het werkelijk om gaat: de duiven. Nu zeven jaar later blijkt op alle fronten dat men toe de nota een veel betere naam mee had kunnen geven:


“Vliegend naar 2000 leden”.


Om bijvoorbeeld afdeling 7 in te laten zien dat duiven een hele dag in de bandende zon laten staan niet kan (spaart een truck, een convoyeur en een chauffeur op dagbasis uit) lukt nu niet binnen de eigen organisatie, dan lijkt me het instellen van een boete systeem meer dan voor de hand liggend om de zaken weer goed sportief op de rails te krijgen.