Toch maar geen jonkies africhten vandaag. Hoewel het stralend mooi weer is kun je je erg vergissen in dit weertype. Er zijn geen wolken aanwezig en dat wil zeggen dat er behoorlijke uitstraling (lees: afkoeling) heeft plaats gevonden tijdens de nacht en ochtend. Dat staat recht evenredig aan een sterke inversie. Daarnaast staat er al vroeg een sterke, droge thermiek en daar houden duiven ook niet zo erg van. Teveel minnetjes aanwezig zodat ik het plan om jonkies af te richten al snel uit mijn hoofd zet. De zin was ook niet echt aanwezig na de ervaringen van gisteren. Dus vind ik het niet echt erg om eens wat anders te gaan doen.

 

Gisteren was er op TT 707 te lezen dat er de hele dag een hoge inversie aanwezig was en Wim Kuil gaf op TT 436 twee plusjes voor de hele vlieglijn. Ik zou graag willen weten hoe hij hiertoe gekomen is. De dingen horen wel zo weer gegeven te worden zoals ze zijn.

 

De jongen trainen flink om het hok en als ze klaar zijn, heeft de drinkbak bovenop het hok een grote aantrekkingskracht voor hen. In een mum van tijd hebben ze hem leeg geslurpt. Dat werkt in ieder geval goed. Ik heb ze nog niet op de daken zien vallen om daar naar water te gaan zoeken.

 

Als ik de doffers los laat zijn die als een speer verdwenen. Dat had ik niet verwacht! Ze zijn dus snel hersteld van de geleverde inspanningen van de zware vlucht van gisteren. Als ze weer binnen zijn neem ik ze allemaal even in de hand. Zonder uitzondering zijn de doffers die gisteren thuis waren, allemaal weer goed op gewicht. Het verloren vocht is kennelijk weer snel op peil gebracht. Er mankeert werkelijk niets aan de doffers.

 

Maandag 3 juni 2002.

 

Vanavond heb ik een veelbelovende jaarling opgehaald in Maartensdijk bij Van Keulen die me vertelde er trots op te zijn sinds ’49 melker te zijn. Hij verhaalt over de goede oude tijd dat we nog klusjes deden om de sport te kunnen betalen en om te poulen. Vroeger gingen er tonnen door de handen van de penningmeester van “Gooi & Sticht”. Nu wordt er niet meer gepould. Daarmee heeft de sport toch wel een stuk van zijn charme ingeleverd vindt hij.

 

Het jaarlingetje is helemaal door het lint gegaan en poept alleen maar bloed. Maar 5 km kwam hij te kort om thuis te komen. Thuis verlos ik hem uit zijn leiden. Het spijt me voor hem maar het is het beste. Nog 6 achter.

 

Jan van Ee uit Apeldoorn schrijft:

 

“Ik vind het stukje van “In en rond mijn hok” altijd leuk, en zoals ik al eerder heb geschreven heb ik er geen spijt van dat ik abonnee ben geworden. Ik raad het ook iedereen aan. Afgelopen week hebben wij La Ferte Bernard gevlogen voor ons 586 km. Er zijn veel duiven achter gebleven en bij sommige liefhebbers zelfs de helft. Wij vliegen bij de GOU Afd.8 Regio 2. Nu worden de duivenwagens van onder tot boven vol geladen. Veel te vol naar mijn mening. Dit moest afgelopen week weer en de mensen die moesten helpen met laden, hebben hier dan ook iets van gezegd. Maar dit moest want anders kunnen ze de duiven niet vervoeren. Wij hebben in hetzelfde weekend ook Peronne gevlogen 330 km; dus zijn er 2 wagens nodig.

 

Nu heb ik gelezen dat je een gesprek hebt gehad met Prof. Van Oortmerssen van de WOWD om over de lossingswijze te praten. Kan er nu ook niet eens iemand gaan kijken bij de lossingsplaatsen om te zien hoe vol of de wagens zijn.

 

Dit weekend korf ik al niet meer in en er zijn al liefhebbers die niet meer met de jongen mee doen i.v.m. de vele gebruikelijke verliezen. Ik speel dit jaar ook maar met de helft en de rest op de natour. Zou jij eens willen vragen of ze ook niet eens bij de lossingsplaatsen willen gaan kijken. Zou het verstandig zijn als ik zelf ook een e-mailtje naar de WOWD stuur?? Als je er hier iets van zegt krijg je alleen maar trammelant en dat is natuurlijk ook weer niet de bedoeling. Ik weet wel dat de sport er zo niet beter op wordt, nu heb ik al meer dan 30 jaar duiven, maar zit er dus ook over te denken om te stoppen. Ik ben dit jaar overnieuw begonnen, want ik wil ook naar de fond. Heb dus andere duiven aangeschaft maar vind het erg als ik ze op deze manier moet verspelen.”

 

Helaas zie je in steeds meer afdelingen hetzelfde gebeuren. In mijn ogen is de uitgevoerde beleidsnota “Vliegend naar 2000” de grote boosdoener. Het streven werd gericht op goedkoper vervoer voor de liefhebbers en het leidend voorwerp de duif werd van meet af aan uit het oog verloren. De liefhebbers vinden het over het algemeen niet erg als de vracht goedkoper wordt. En als er bij iedereen duiven achter blijven, dan zal dat er wel bij horen.

 

Wat er bereikt wordt is dat er meer en meer naar het geld gekeken wordt en dat waarom we liefhebber zijn met zijn allen vergeten wordt: de duif. Bij ons wordt ook alles mudvol gestouwd. Ongeacht hoge temperaturen. En als dan vanwege de bezuinigingen de duif aan zijn lot wordt over gelaten, dan worden grenzen overschreden. Aangezien geld de wereld regeert zal dat de duivensport nog wel verder in zijn greep krijgen. En eenmaal in een verkeerde spiraal met mensen die niets van welzijn begrijpen, zal de sport razendsnel afglijden naar zeer bedenkelijke ledenaantallen. Van het moment dat we weer begrijpen waarom we duiven hebben zal het beter gaan.

 

Er zijn afdelingen waar wel primair vanuit het welzijn van de duif gedacht wordt. Zo sprak ik met Jan Eskes die verantwoordelijk is voor het vervoer in Zuid-Holland. Jan is een echte melker en werd ook al aangesproken door een bestuurder die zei: “als we het zo en zo doen dan kan het stukken goedkoper”. Kom niet met die verhalen bij mij aan zei Jan, sodemieter alsjeblieft op. Kijk dat zijn de mensen die je hebben moet! Ik vroeg hem hoe hij de ritten naar de losplaatsen deed en dat was exact zoals ik het voor ogen heb. Met 2 nachten mand zo snel mogelijk naar de losplaats toe. Rust pakken voor chauffeur en duiven. Water geven. En dan het laatste rukje eraan geven en op tijd de duiven verzorgen vroeg in de middag. Dat is de omgekeerde wereld zoals dat bij ons gaat en dat is duidelijk aan de uitslagen van de 2 afdelingen te merken. Zuid-Hollanders: zuinig zijn op mannen zoals Jan! Daarom verlopen de vluchten bij jullie zo super!

 

In mijn club vinden ze mij maar een grote zeikerd als ik voor mijn duiven op kom. De liefhebbers leggen dat uit dat ik niet tegen mijn verlies kan en dat ik een ander ook eens wat moet gunnen. Ik heb duiven om ze allemaal van de vlucht terug te krijgen. Als dat niet gebeurt dan knapt er bij mij iets van binnen en ga ik na wat ik zelf aan mijn systeem kan veranderen zodat dat niet meer gebeurt. Zo heb ik door de jaren heen een systeem ontwikkeld dat zich bewezen heeft met 10 nationale dagfond overwinningen. Ik zou werkelijk niet weten wat ik daar nog aan verbeteren moet..

 

Ik heb veel tijd en energie gestoken in het ontwikkelen van een duivenauto waar men mij met grote regelmaat om advies over vraagt uit de hele wereld. En waar ik niets dan positieve reacties over krijg. Het eerste jaar dat die auto mee mocht op de dagfond vielen er op 3 vluchten 3 nationale overwinnaars uit en mocht er gesproken worden van een overheersing van duiven uit het Gooi in de top tien. In plaats van dat liefhebbers uit andere regio’s zeggen: “dat willen wij ook”, wordt er gereageerd: “die kar moet van de weg af”. En wordt nu bewust het ventilatiesysteem uit gelaten. Omwille van het scheppen van gelijke kansen en het morrende melkersvolk tevreden te houden. Hiermee geeft men aan overtuigd te zijn van de kwaliteit van die duivenauto, maar men is gewoon te stom om de link te leggen dat het voor de eigen duiven wel eens beter zou kunnen zijn als die ook van dergelijk vervoer gebruik zouden kunnen maken. Hier maakt men voor de duivensport een essentiele fout: de duif wordt niet boven alles gesteld. En dat is de belangrijkste oorzaak van het feit dat er de laatste jaren zoveel liefhebbers stoppen met de sport.

 

Ik zou zeggen Jan mail gerust de WOWD om uw zorgen uit te spreken aangaande het vervoer en de belading. Deze mensen hebben stuk voor stuk de postduif hoog in het vaandel staan kwestie welzijn en u zult zien dat er zeker iets met uw klacht gedaan zal worden. Al zal de verandering ten goede niet van de ene dag op de andere geregeld zijn.

 

Dinsdag 4 juni 2002.

 

Vanavond ga ik met tegenzin het kweekhok onder handen nemen. Ik had het al uitgesteld vanwege warm weer en nu moet het toch maar gaan gebeuren. Als ik ze een bad gegeven heb gebeurt er iets wat nog nooit gebeurd is: er blijft een jonge duif in bad achter. Verdronken! De baadbak zat boordevol duiven die graag wilden badderen en dit moet in het gedrang gebeurd zijn. Jammer want het was een mooi jong.

 

Er vallen bij de kwekers al banden uit. Ik pak er een paar en ze zijn al met de laatste 4 pennen bezig. Het gaat al weer snel vooruit met het duivenjaar. En het geeft aan dat de kwekers hun rust nodig zullen hebben. De komende weken zullen ze worden gescheiden.

 

Marcel Gortzen, de man van de reportages met diepgang mailt:

 

“Naar aanleiding van het ventilatie stukje in deze winning het volgende.

 

Onlangs heb ik een artikel gelezen in de Reisduif m.b.t. geforceerde ventilatie m.a.w. het inblazen van verse lucht in het duivenhok. Het kwam van de pen van collega Huub Willemsen. Hij schreef dit stukje n.a.v. een repo welke hij had gemaakt bij fondkampioen Dominico Barberio uit Weert. Deze gebruikte twee slakkenhuisventilatoren, opgesteld achter zijn hok en d.m.v. een buis werd de verse lucht onder de woonbakken van de duiven ingeblazen via een buis (diam 10 cm) voorzien van sleuven. Een voorbeeld uit de praktijk en met goed resultaat. Het wordt enkel gebruikt bij windstil en warm weer. Kan een oplossing zijn om het hok te ventileren op dagen met hoge temperaturen en/of nauwelijks een zuchtje wind.”

 

Ik denk dat dit zeker een goede hulp voor veel duivenhokken kan zijn. Zodra het warm is in het hok gaat de lucht als het ware stil staan en is de ventilatie gering. Door er wat koude lucht geforceerd in te brengen breng je dit weer op gang vanuit het oogpunt wat extra lucht erin en dezelfde hoeveelheid langs boven er weer uit.

 

Zelf stel ik met warm weer mijn verluchting ook bij.

 

Op het bovenhok gaat dan het raam op de hoogste stand en gaat er een klosje onder het dakraam. En bij heel warm weer gaat overdag de deur open.

 

Op het keukenhok gaan de schuiven onderin helemaal open, de kleine klapraampjes in de grote ramen gaan op een grote kier, de klep blijft open en de kleine plafondventilatoren gaan aan. Zo bereik ik dat de lucht in beweging blijft.

 

Woensdag 5 juni 2002.

 

Hans van der Veer belt. Hij maakt zich zorgen om de Brive vlucht waar hij graag een aantal duiven voor in wil korven en vraagt mij naar mijn mening over het weer dat eraan zit te komen. Hij schrikt als ik hem zeg dat mijn hoofd absoluut niet naar duiven staat omwille van afgelopen zaterdag. Maar ik vraag hem mij te vertellen wat hij zelf weet. Het blijkt dat in een groot gebied rondom ons de drukverschillen nagenoeg nihil zijn. Dat betekent dat er niet veel verandering te verwachten is. De wolken zullen dus overheersen met hier en daar een onweersbui. Ik adviseer hem zeer voorzichtig te zijn omdat lossen met dergelijke weersomstandigheden rampzalig kunnen zijn.

 

De doffers zijn super ze trekken hoog weg en rond het hokken zwieren ze rond met grote zwaaien. Dat heeft zo zijn aantrekkkingskracht voor het andere geslacht, want na het eten lopen er enkele weduwduivinnen van buur tussen de doffers op het hok te sleepstaarten. Dikke pret en de doffers weigeren om binnen te komen. Ik gun ze hun pleziertje, maar ik hoop dat het voorval eenmalig is. Anders zal ik buur er eens op aan spreken dat hij dit even iets anders moet doen. Ik gun ieder het zijne, maar sommige liefhebbers beginnen te klooien met hun duiven als het niet meer gaat. Maar je moet je collega’s niet sportief tot last zijn.

 

Donderdag 6 juni 2002.

 

Tussen de middag heb ik weer wat baaltjes voer in geslagen. Uiteraard gaat het gesprek bij Fanger in Badhoevedorp al gauw over het afgelopen weekend met het Tipes drama en de vluchten. Het is de melkers in Noord Holland ook al opgevallen dat zij er samen met Zuid Holland zo positief uitspringen wat hun resultaten betreft. Ze steken Arie van Dam c.s. zonder uitzondering de loftrompet en ik beaam dat. Als ik ze vertel op zoek te zijn naar een huis in de regio Aalsmeer omdat ik graag met meer plezier mijn duiven op wil wachten, kunnen ze dat begrijpen.

 

In de zaak zie ik een man slepen met grote hoeveelheden zakken gele mais. Als ik hem vraag wat hij daarmee moet, vertelt hij dat hij een van de convoyeurs van Noord Holland is. We zijn weer eens helemaal door ons voer heen vertelt hij. De mensen moesten eens wat meer aandacht aan het vervoer schenken moppert hij. Je kunt niet bij Afd. 7 of 8 samen op de losplaats staan of er komen wel een paar convoyeurs om voer schooien omdat ze niets bij zich hebben of omdat ze er bijna doorheen zijn. En ze weten dat wij altijd goed voer hebben en dan loop ik me weer een rotje te sjouwen met al die balen mais.

 

Tja, dat heb je als enkele mannen in een afdeling overal voor willen zorgen. Vanuit Asperen kun je nu eenmaal niet zien of het voer in Amersfoort op is. En als er in Amersfoort niemand meer is die daar op let dan krijg je van dit soort dingen. Het verbaast me allemaal niet zoveel meer. Deze wetenschap zal nog meer liefhebbers gaan kosten omdat ze weten dat commentaar leveren nu eenmaal niets helpt. Ik hoop volgend jaar wel positief te kunnen schrijven over dit soort dingen als ik lid ben van een andere afdeling waar men de zorg voor de duiven als de normaalste zaak van de wereld beschouwt.

 

Aan de andere kant van de grens zijn ze wel wakker geworden dit jaar. De KBDB controleert streng op de losplaatsen. Is er wel voer en water aanwezig? Is het weer goed als er wordt gelost? Is er voldoende gerust alvorens de duiven worden gelost? En veel meer van dit soort zaken. Aan deze kant van de grens slaapt men nog.

 

Mijn naam is Herbert Veldhuis, zo begint een melker die graag geholpen wil worden met zijn probleem.

 

“In het begin van het seizoen (april, half mei) speel ik altijd goed met mijn duiven, elke week 1 of meer bij de eerste 10 van de vereniging. Maar zodra het wat warmer begint te worden krijgen mijn duiven ruwe nekken, opgezette oren en dikke koppen en dan is het prijsvliegen eraf.

 

Op onderstaande foto ziet u mijn hok, zoals u bemerkt zitten er doorzichtige golfplaten op het dak.

 

Deze heb ik inmiddels al vervangen door dakpannen met hier en daar een glaspan zodat het niet zo heet meer wordt in het hok. Het staat met de voorkant gericht op het zuid-westen.

 

Achter mijn ramen heb ik een hordeur die voor de bovenste helft bestaat uit glas en voor de onderste helft uit windbreekgaas. Als het niet regent staat mijn raam voor de hordeur dus altijd op een haak zodat er door het windbreekgaas frisse lucht het hok in kan. Aan de achterkant van het hok heb ik onder de bovenste rij pannen een wasknijper geplaatst om zodoende wat meer trek in de kap te krijgen aangezien deze niet erg hoog is. Tevens heb ik inmiddels per afdeling een verluchtingskoker op het dak aangebracht om nog wat meer trek in de kap te krijgen. Zie bijgaande tekening. Echter met een beetje warm weer zelfs nog onder de 20 graden daalt mijn luchtvochtigheid in het hok tot 30 a 20 procent wat veel te laag is.

 

Zoals op de tekening te zien is steekt mijn kap aan zowel de voorkant als de achterkant een 10 cm over. Ik denk er nu over om de achterkant dicht te maken want volgens mij komt de lucht aan de voorkant binnen en gaat meteen laag over het plafond naar de achterkant waarbij er bijna geen lucht wordt afgezogen uit het hok, sterker nog volgens mij slaat de lucht zelfs nog naar binnen terwijl ik al wel een strook van 30 cm aan de voorkant gemaakt heb zodat de lucht niet meteen van onder de kap het hok in kan (zie tekening).

 

Zou u uw mening eens willen geven over dit probleem want ik zit op dit moment met de handen in mijn haar. Zou het misschien nog helpen om de verschillende afdelingen in de kap van elkaar te scheiden ???”

 

Ik geloof dat het oplossen van het probleem niet zo simpel is. Maar we zullen het proberen. Omdat het hok in het begin van het jaar wel goed functioneert kunnen we proberen om met wat aanpassingen enkele verbeteringen aan te brengen. Maar eerst wat over het probleem.

 

De kap van het hok is erg laag en klaarblijkelijk snel warm. Als de lucht daar warm is dan betekent dat de koudere lucht vanuit het hok niet meer opstijgt. En dan staat de ventilatie stil. Dat heeft u al begrepen want er zijn al wat oplossingen in die richting bedacht door u zelf..

 

Via het pijpje op het dak kan de lucht eruit. Maar ik denk dat er meer nodig is. De vorsten liggen vrij strak op het dak en die zou ik wat omhoog brengen zodat de lucht er daar gemakkelijker uit kan. Haal van een afdeling eens alle vorsten eraf en kijk/voel hoe dat werkt. Als dat goed werkt zoudt u kunnen denken om de vorsten te vervangen door brede houten planken zodat de regen er niet in kan. Die planken kunt u er los opleggen en op de een of andere manier borgen zodat ze er niet bij storm afwaaien. Zodra het warm wordt kunt u er een klosje onder leggen zodat ze omhoog komen.

 

In de pijpjes zoudt u een kleine ventilator aan kunnen brengen. Die zorgt voor een nog betere afvoer. U zoudt ook de verschillende afdelingen bovenin de kap af kunnen schotten. Dat gaat luchtbewegingen heen en weer boven het plafond tegen.


U heeft in de overstek aan de voorkant een plank van 30 cm aangebracht. Ik denk dat de helft genoeg is. Ik zou de plank ook aan de achterkant aanbrengen. En zowel voor als achter scharnierend. Dat geeft de mogelijkheid om wat te varieeren. Als u de veranderingen eerst in 1 afdeling aanbrengt dan kunt u kijken wat het beste werkt. Dan zou ik de rest pas doen.

 

Een RV van 20-30 is heel erg droog en dat slaat bij duiven op de ademhaling. Om dit op te lossen kunt u denken aan de aanschaf van een luchtbevochtiger of om regelmatig met de hand te sproeien.

 

Als dit geen definitieve verbetering brengt dan zult u moeten denken aan het veranderen van uw hele kap. Ik zou het volgende willen voorstellen. De achterkant van uw hok door laten lopen naar boven en de kap van voor naar achter door laten lopen in dezelfde lijn zoals nu. Het raakpunt is de top van uw hok. Zodoende krijgt u een grotere kap die minder gemakkelijk warm wordt en waar de afvoer op het hoogste en gemakkelijkste punt ligt. Daar monteert u een waaiplank die een cm of 5 van de pannen af ligt en evenveel van de achterwand af van het hok. Zo kan de lucht er eenvoudig uit. Bij wind van voor functioneert de waaiplank als een soort afzuiger en wind van achter kan er niet meer invallen. Uw plafond in het hok zou u vanaf de kant van de broedhokken wat schuin omhoog kunnen laten lopen, zodat de lucht wat gemakkelijker op kan stijgen door zuiging. Zo zou ik het doen. Veel succes met het timmeren en laat eens horen of het lukt en hoe het verder gaat.


Vrijdag 7 juni 2002.

 

Een beetje rustdag vandaag. Volop regen in de ochtend en mijn vrouw houdt de jongen maar weer eens binnen. Op het werk is het ook rustig en dat geeft me de gelegenheid om dit artikel grotendeels voor u uit te werken.

 

Zaterdag 8 juni 2002.

 

Ik sta vroeg op vandaag om een grote hoeveelheid duivenmest en andere troep bij de VAM te brengen. Nog meer mensen zijn op het idee gekomen om opruiming te houden en ik moet er ruim een uur in de file staan wachten om mijn rommel kwijt te raken.

 

Weer thuis ga ik de weduwnaarshokken schoon maken, want ik wil de doffers toch in beweging houden. Wat je jarenlang gewend bent om te doen dat leer je niet zo maar af. Het is echt duivenweer met van die hoge witte wolken en wind van achter. Ik ben van plan naar Meerkerk te rijden (45 km), maar onderweg moet ik mijn plannen bijstellen vanwege een file. Het wordt noodgedwongen De Meern bezijden Utrecht. Als ik weer bij de afslag Hilversum - Vinkeveen ben belt mijn vrouw dat ze allemaal al weer binnen zitten. Een grote groep kwam tegelijk aan en dat terwijl ik ze toch stuk voor stuk had los gelaten.

 

Vanmiddag breng ik een bezoek aan de Aalsmeerse Combinatie Leo van Leeuwen en Hans van Grieken om er eens naar de duiven te gaan kijken die van Orleans moeten gaan vallen. Ik ben reuze benieuwd om de duiven eens in de hand te nemen en te kijken hoeveel gewicht deze verloren hebben vlak na thuiskomst. Zoals u zich vast nog wel herinnert kwamen mijn duiven van twee vluchten met 2 nachten mand niet okselfris naar huis. Konden amper over het hok lopen. Dronken gelijk de drinkbak leeg en hadden heel veel van hun gewicht verloren.

 

Wel, de duiven bij Hans en Leo kwamen naar huis zoals ik dat zelf ook altijd gewend was. Tot voor enkele jaren dan. Met geweld van hoog naar beneden. Een paar flinke zwaaien, hop op de klep en erin. Je zag aan de duiven dat ze er plezier in hadden dat ze thuis waren. Dat plezier ontbrak er bij mijn duiven volledig aan. Hoewel de vlucht onregelmatig verliep kwamen alle duiven op dezelfde manier naar huis. En: geen grammetje gewicht was eraf. Ze konden als het ware zo weer de mand in. Een ongelooflijk verschil met mijn duiven toen die van Pont St. Maxcence en Etampes thuis kwamen. Voor mij was het onmiddellijk klip en klaar dat deze week weer spelen opnieuw op een vergelijkbaar drama uit zou lopen. Aangezien ik gek ben op mijn duiven doe ik ze dit niet aan.

 

Vandaag was het opnieuw raak met Afd. 7. De vlucht van Chantilly kende bij ons in de buurt opnieuw een concoursduur van bijna een uur. In de belendende afdelingen 6 en 8 was het in iets meer dan 10 minuten plat. Voor de zoveelste maal laat de uitslag zien dat er ergens grove fouten worden gemaakt. Week in, week uit. Bij ons vindt iedereen het maar heel gewoon. Ik vind het wel best zo en ben van plan om geen minuut tijd meer te spenderen aan de melkers bij mij uit de buurt. Er zijn andere dingen in het leven dan duiven. Let wel ik ben een duivenliefhebber in hart en nieren en mag graag mee doen aan wedvluchten. Maar dan moeten mijn duiven wel verantwoord worden vervoerd, verzorgd en gelost. En hier is waar het al enkele jaren behoorlijk aan hapert. De uitslagen bewijzen het telkens weer. Als je van je duiven houdt, dan moet je kiezen of delen: aan deze mensen vertrouw ik mijn duiven nooit meer toe.

 

Voor ik het vergeet: Hans en Leo van harte proficiat met jullie derde plek op Teletekst!!

 

Zondag 9 juni 2002.

 

Vandaag heb ik alle jonge duiven tegelijk los gegooid. Zowel van het bovenste als van het onderste gedeelte. Over een week dan is de hele bende van beneden naar boven verhuisd en is alles wat eenvoudiger te managen. Aanstaande vrijdag heb ik weer mijn roostervrije dag en dan ben ik van plan om de jongen kortbij op te gaan leren. De groten en de kleinen. En dan stapje voor stapje verder. Wat ik verder met ze ga doen weet ik nu nog niet. Ik zie wel. Een ding weet ik heel zeker en dat is dat ik ze dus niet waag aan een lossing van de hele bovenkant van de afdeling meteen op de eerste vlucht van 100 km. Hoe verzinnen ze het bijelkaar.