Vandaag 2e Pinksterdag is het prachtig weer en ik stop mijn jongen opnieuw in de mand en rij richting vliegveld Hilversum. Een prachtige grote open plek om ze los te laten. Het is een mooi gezicht om de stuk voor stuk losgelaten jongen te zien proberen om hun voorganger in te halen. Ik hou ze omhoog zodat ze goed kunnen zien waar de anderen heen vliegen. In een mum verdwijnen ze zonder rond te draaien richting huis. Ik hoop door ze zo te lossen dat ze hun orientatievermogen goed leren gebruiken en niet dom met de koppel mee naar huis vliegen. Het zal op den duur wel duiven kosten, maar dat zijn dan niet de slimsten.

 

De rest van de dag doe ik niet zoveel aan de duiven, want 2e Pinksterdag is een traditionele familiedag van de kant van mijn vrouw. Dus een lekkere relax dag. Wat volleyballen en bij praten met de hele familie. Hapje, drankje, biertje enfin u kent dat wel.

 

Dinsdag 21 mei ’02.

 

Ik geloof in oude huis, tuin en keuken middeltjes. Vooral als ze door de wetenschap onderschreven worden tenminste. Over een kleine 2 weken staat de eerste dagfonder op het programma en dan moet je proberen om er toch te staan. Van ijzermoleculen is bekend dat ze in het bloed optreden als zuurstoftransporteur. Een zuurstof is nodig voor de verbranding van energie in het lichaam. Rond deze tijd zet ik altijd een middel in met als hoofdingredienten ijzer, jodium en mineralen. Vraag me niet naar de naam. Ik geloof dat dit van Siegertauben is. Er zijn er meer in de handel en ze werken allemaal hetzelfde. Geen wondermiddel. Maar ik denk dat het een beetje helpt. En dat het duiven misschien net over een bepaald punt heen kan tillen.

 

Een liefhebber vraagt me voor de zoveelste keer wat ik aan dikke koppen doe. Mijn steevaste antwoord: niets, kan hem maar niet bekoren. Want hij wil er gewoon iets tegen geven. Dat is tegen mijn principes want zoiets legt de oorzaak niet bloot. Ik weet niet wat hij precies bedoelt, want er zijn twee dingen.

 

Als de verluchting op je hok niet deugt, dat wil zeggen als de lucht van boven uit de kap vandaan naar beneden het hok in valt, dan worden duiven daar ruig van in de nek. En krijgen ook nog eens vliesjes voor de ogen; het derde ooglid is dan opgezwollen en bij het knipperen trekt dat vertraagd terug. Als duiven dat hebben dan is hard vliegen ver weg. En de oplossing is niet iets geven, maar proberen om de oorzaak weg te nemen.

 

Of hij bedoelt dat duiven echt een dikke kop krijgen. Ik zie dat niet zozeer als een ziekte op zich, maar als gevolg van iets dat ze onder de leden hebben. Veel dierenartsen schrijven dan een ornithose middel voor. Dat helpt dan even. De duiven leven op, want dat doet een dergelijk middel altijd. Maar de kwaal blijft. Ik wijt het probleem aan een kwaal die toxinen via de bloedbaan ergens in belangrijke organen terecht laat komen. Die veroorzaken daar lichte ontstekingen met koorts als gevolg. En van de koorts gaan duiven dik zitten. In deze gaat het er dus om de oorzaak van de kwaal op te laten sporen. Ga daarvoor te rade bij een dierenarts (het liefst eentje met ervaring met tropische vogelsoorten) en ga niet zelf aan het experimenteren met van alles en nog wat.

 

Woensdag 22 mei ’02.

 

De jongen van de twee eerste rondes beginnen al behoorlijk te koeren en te sleepstaarten. Dit jaar wil ik ze gescheiden gaan spelen en ik vraag me af wat het beste moment zal zijn om de geslachten uit elkaar te halen. De een zegt pas na enkele vluchten scheiden. De ander zegt geen koppels laten vormen en weer een ander zegt juist van wel. Ik weet niet wat het beste is, maar wel wat het gemakkelijkste is. Nog even zo laten. En dat doe ik voorlopig nog even.

 

De laatste ronde zit beneden en die moeten eerst maar eens goed rond gaan toeren. Dat zal ongeveer over een week of 2-3 zijn. Ik heb in mijn hoofd om dan te gaan scheiden. Eerst de doffers in de morgen los en in de middag de duivinnen tegelijk met de lateren. Die verhuizen dan vlot naar boven en dan wordt het nog gemakkelijker in de bedrijfsvoering. Ik denk eraan om ze aan een kant los te laten. Dan komen ze in ieder geval ook even in dat deel te zitten wat ze het leukst vinden. Duiven hebben duidelijk voorkeur voor een hok. Joost mag weten waarom, maar bij mij is dat het linker deel. Binnenkomen mogen ze op het hele erker voor het hok. Kunnen ze bij de anderen naar binnen kijken. En mogen ze slechts het lege hok inlopen.  Zo lijkt me het meest praktisch om te doen.

 

Vanavond ga ik bij een melker ver uit de buurt op bezoek die al enkele jaren met zijn hok loopt te tobben. Hij had een hok dat goed marcheerde, maar dat viel van ellende bijna in elkaar. En dan moet je een nieuw hok bouwen. Hij houdt van ruim. Ruime hokken. Ruime kap en dat laatste is zijn probleem. Die kap heeft zoveel overdruk dat er altijd wel lucht naar beneden valt. Nu heeft hij zijn afdelingen helemaal dicht gemaakt. Als een doosje en in de ramen horren met windbreekgaas geplaatst. Ik vind dat het een goede indruk op me maakt en adviseer hem om het ook bij zijn weduwnaars te doen vanaf het moment dat het weer wat stabieler wordt. Zijn overjarigen zijn bijna allemaal ruig, maar zijn jaarlingen reageren al wat beter op de veranderingen. De jongen voelen bijna allemaal goed hard aan. Ik denk dat hij op de goede weg zit en denk er hardop over na om op mijn keukenhok ook windbreekgaas te installeren voor als het warm weer wordt. Dan heeft het hok nog steeds extra verse lucht nodig. Want vorige week vrijdag toen het erg warm was en er geen duiven op het hok zaten beviel het me niet bepaald. Gek dat er toch nog altijd kleine dingetjes over blijven om te veranderen!

 

Donderdag 23 mei ’02.

 

Mijn vrouw heeft een dode jonge duif in het hok aangetroffen. Ook die dingen gebeuren bij ons. Ik speur het hele hok uitgebreid door maar kan niets bijzonders c.q. verontrustends ontdekken. Het laat me niet los en we zullen er extra aandacht aan besteden. Vooralsnog ben ik niet van plan om er nu iets aan te doen als ik al wist wat het was. Ze moeten het nu met hun natuurlijke vitaliteit zien te doen. Al die kuren doen ze op de lange duur geen goed en ze kosten nog een klap met geld ook. Pas als ze de mand in gaan ga ik iets ondernemen, maar nu even niet. Misschien toch wat stress. Nadat de jongen twee keer waren opgeleerd waren ze toch enkele dagen sjaggerijnig. De hort op gaan. ’s-Avonds laat thuiskomen en zelfs de volgende dag. Dat kan door werken. Maar de mand in moeten ze. En iedere keer dat het kan en mooi weer is.

 

De doffers zijn vandaag weer totaal toppie en ik vind dat ze maar weer op rantsoen moeten.

 

Over een week is het inkorven voor Orleans 535 km en dan moet alles kloppen. Weduwnaars steeds blijven voorzien van goed voer is dodelijk. De basis is nu weer in orde en volgende week moet de kop erop. Als alles mee zit tenminste.

 

Vrijdag 24  mei ’02.

 

Als ik vanmorgen de verluchting instel, maken de doffers herrie en springen in de voerbak om aan te geven dat ze wat ze hebben niet lekker vinden. Jammer maar ze krijgen even niets anders. Ik moet niet vergeten om vanavond met een geelkuur te beginnen. Dat is volgende week weer 4 weken geleden en als je top wilt spelen op grote afstanden dan moet geel geen kans krijgen. Anders speel je geen kop. Een moetje dus.

 

Op kantoor geeft een man uit Soest een jonge duif op via de telefoon. Hij ziet er goed uit maar hij wil niet weg zegt hij. De eerste afvaller van het nieuwe systeem denk ik meteen. Ik zeg hem dat ik hem na het eten vanavond op kom halen. Dat is goed. Jammer, maar een duif hoe mooi ook waar ik niets aan ga hebben. Rond het hok prima, maar op de wedvluchten niets waard. Ik heb het nog niet meegemaakt dat een duif die ik ergens ophaalde later een goede werd. Het kunnen allemaal geen goede zijn. Aan de meesten mankeert wel wat. Hoeveel moet je er niet kweken om een echt goede te hebben? Dat betekent heel veel afval ook al doe je nog zo je best om zo goed mogelijk materiaal te kweken. Ik vermoed dat ziekten misschien wel de meeste invloed uitoefenen. Ziekten waar de meeste duivenliefhebbers absoluut geen kaas van gegeten hebben. Neem nu dat dode jong van gisteren. Zelf denk ik aan een stiekumme Streptococcen infectie. Nooit van gehoord? Neem van mij svp aan dat u er de komende jaren nog heel veel van horen zult. Wat doet die bacterie namelijk? Die scheidt gifstoffen af en die komen ergens in het lichaam terecht. Bijvoorbeeld in de hartspier (bewezen feit!) en dan snapt u al wat er gebeurt: hartverlamming. Zo maar ineens zonder dat je het in de gaten hebt. En er zijn meer van die ziekten op komst die maar moeilijk te herkennen en te vinden zijn door de man in de witte jas. Daarom is mijn advies een dierenarts te bezoeken met ervaring op het gebied met tropische vogels. In de tropen komen ziekten voor die onze kant uit komen. Ervaring op dat gebied zal in de toekomst noodzakelijk blijken. Al met al betekent dat er nog “iemand” anders op je hok mee selekteert die vroeger geen rol speelde. Let maar eens op wat dit op termijn voor de duivensport betekent.

 

Omdat de geelkuur die ik van Graham Davison meekreeg Emtryl is, doe ik het vanavond toch maar niet door het water. Jaren geleden, ik denk wel een jaar of 20, leerde ik wat laatjes op en besloot een mand met geroutineerde weduwmannen mee te doen zodat de jonkies gemakkelijk naar huis zouden komen. Die deden dat, maar ’s-avonds was er nog geen 1 oude doffer thuis. De volgende ochtend kwamen ze 1 voor 1. Die doffers zaten toen juist enkele dagen op een geelkuur met Emtryl. Dus doe ik dat morgen maar. Graham zei me overigens een kuur van 1 dag genoeg te vinden. “You can only kill what’s inside and if you can’t kill it right away the product is of no use,” zei hij. Vrij vertaald: een kuur treft dat wat er van binnen aanwezig is en als dat niet meteen lukt dan deugt het product niet. Een interessante uitspraak en voer voor de mannen in de witte jas…

 

De uitslag van vorige week is inmiddels bekend. Vanuit Pont St. Maxence over 375 km tegen 2919 duiven ziet het er aan de kop van de uitslag als volgt uit: 3-9-31-40-41-54 en tegen de 40% prijs. Niet goed en niet slecht. En van een dergelijk traag verlopen vlucht kun je moeilijk onder de gegeven omstandigheden een ander resultaat verwachten. In de afdeling komt er niemand van onze Kring ook maar in de buurt van de top 200. Slechte duiven? Nee, slechts een indicatie waar het goede weer aanwezig was toen er geklokt werd.

 

Zaterdag 25 mei ’02.

 

De doffers hebben vandaag dus vrijaf om ze optimaal voor te bereiden voor de eerste dagfond nationaal van volgende week: Orleans. Dat betekent niet dat ze stil zullen zitten vandaag, maar een trainingsvlucht af te werken zullen krijgen.

 

Als ik naar buiten kijk is het koud en donker. Ik besluit dat de doffers pas vanmiddag in actie zullen komen en ga het jonge duivenhok maar schoon maken. Daar ben ik tegen een uur of elf mee klaar en dan breekt de zon flink door. Het waait enorm en de duiven die van de melkers in de buurt onderweg zijn zullen daar wel flink van profiteren om heel hoge snelheden te halen. Met een kop koffie in de hand besluit ik eens te kijken hoe het de mannen zal vergaan. Dat is bijna onbegonnen werk want beide melkers die zo’n 200 meter bij me vandaan wonen hebben een stuk of wat duiven los vliegen. Als de duiven naar mijn idee moeten vallen zie ik vluchtduiven hoog over komen maar mijn beide duivenbuurtjes krijgen niets naar beneden. De lokkers hoeven hun kunsten niet te vertonen…

 

Ik had in mijn hoofd om naar Hank te rijden met mijn doffers, maar onderweg bij Utrecht kom ik een gigantische bui tegen en ik denk erover om maar om te draaien. Ik rij door en stop halverwege bij Meerkerk dat een 40 km vliegen van mijn hok verwijderd is. Vanuit het zuiden komt een nieuwe inktzwarte bui opzetten en ik besluit te wachten met lossen totdat die bijna boven mijn hoofd is. Ondertussen komen 1 voor 1 alle duivenwagens langsdenderen in een grote colonne. Ik bekijk ze aandachtig en constateer dat er kwestie verluchting nog veel te doen is. Ik zie maar enkele luchthappers, veel spoilers en weinig of geen ventilatoren.

 

Dan is het zover en gaan mijn doffers er uit. Die draaien erg lang rond en als alle manden in de auto staan, dan zijn ze er nog. Dan zie ik het. Een grote roofvogel heeft mijn koppeltje uitgekozen en valt er enkele malen op aan zonder resultaat. Als de doffers boven hem gaan vliegen geeft hij het op en vetrekken de doffers tegen 13:40 als een speer naar huis. Onderweg belt mijn vrouw dat ze op :57 al thuis zijn. Zo snel hebben ze dat stukje nog nooit gevlogen!

 

Zondag 26 mei ’02.

 

Vandaag krijg ik een interessante reactie van Hugo Sloot over het in de magnetron doen van pinda’s om zo mogelijk aanwezige toxinen te elimineren. Hij schrijft:

 

“Even een reactie betreffende pinda's in de magnetron. Het gaat bij pinda's niet om bacterien of de schimmels die je wilt verwijderen. Het gaat om de gevormde gifstoffen (toxinen) door schimmels die aanwezig zijn of waren op de pinda.

 

Deze toxinen zijn niet eenvoudig te verwijderen door moleculen de laten trillen in de magnetron.

 

Toxinen worden gevormd wanneer de bewaring vanaf de oogst niet in dien mate heeft plaatsgevonden dat de vorming van toxinen is onderdrukt.”

 

Ik moet zeggen dat dat hout snijdt. Gifstoffen verwijder je inderdaad niet op die manier en de reactie van voedingsdeskundige Hugo Sloot geeft onomwonden aan dat je heel goed op de kwaliteit moet letten van pinda’s die je aan je duiven geeft.

 

Vlieg ze en tot volgende week!