Oscar Toet schrijft: “Ik heb een vraag welke misschien in Winning wat meer aandacht kan krijgen(of niet). De laatste tijd lees je veek meer over eiwit arm voer zoals geleverd o.a. door Mariman en Versele Laga (Gerry plus). Het is misschien intressant om daar eens wat meer over te vertellen. Ik weet er niet veel van, alleen dat wij de jongen veel van dit voer verstrekken (minimaal 50 %) en dat ze trainen als gekken. Ze vliegen dagelijks minimaal 90 minuten onafgebroken en luisteren als nooit tevoren. Het is echt jakkeren, niet zitten en bij 1 fluitje alles binnen. Ik geloof ook niet zo in al die reclame's, maar wat ik wel constateer is dat de jongen op deze wijze echt op scherp staan. Misschien is er iemand die het nut of juist de onzin over deze voersoorten kan onderbouwen en uitleggen aan de lezers.”
Een interessante vaststelling. Ik moet zeggen dat ik een dergelijke ervaring ook heb. Enkele weken geleden heb ik mijn jonge duiven op vliegvoer gezet. In het verleden maakte ik meestal een mix van kweek en super dieet/zoontjens. Nu heb ik mijn jonge hetzelfde voer voor geschoteld als de weduwnaars te bikken krijgen. En sindsdien zijn bij ons ook de jonge duiven ten goede veranderd. Met de dag trainen ze langer en worden ze lichter van gewicht. Veel lichter als ik ze ooit gehad heb. En mijn vrouw is uitermate tevreden over het binnen komen. Een paar keer roepen en alles zit erin. Wel heb ik ervaren dat ze van zes busjes voer naar 5,5 gingen en sinds een paar dagen zijn ze naar zeven busjes gegaan. Misschien een gevolg van het meer-trainen.
Ik heb de vraag van Oscar doorgespeeld aan onze voedingsdeskundige Willem Mulder van Garvo en het kan haast niet anders of daar komt een leerzaam artikel van.
Vandaag zijn de doffers al een heel eind in de goede richting. Als ik de Teletekst raadpleeg staat de wind voor zaterdag op ZW en ik besluit om een mix te maken van Zoontjens en Weduwschap. Dat krijgen ze te bikken.
Dinsdag 28 mei 2002.
Mijn vrouw meldt ook vandaag dat de grote jongen van boven zowat twee uur aan de haal zijn geweest en toen ze ze zag komen was het boem en binnen. Ze is zeer content dat ze ze zo onder controle heeft. We hebben het erover wat we met de lateren gaan doen. Het restant kweekvoer dat ze kregen is inmiddels op en ze staan nu ook op de vliegmengeling met zoontjens. Alles gaat nu het hok uit en zit op het hok. Vrijdag ben ik vrij en dan moet het maar gebeuren. Dan moeten ze maar eens gaan leren vliegen. In ieder geval gaan we nu we de oudere jongen zo goed onder controle hebben de loslaat tijd van de laatjes naar voren brengen. Als dat goed lukt en ze vliegen goed dan kunnen ze met een dikke twee weken eens voorzichtig de mand in om op enkele honderden meters afstand gelost te worden. En als het lukt dan zijn ze dan iedere dag aan de beurt om de inhaalslag met de oudere jongen te maken. Dat wil zeggen als de omstandigheden goed zijn dat ik de hele handel in een keer op 40 km zet. Ik doe het dit jaar eens wat anders omdat ik al jaren last heb op een bepaald punt zo’n 20 km weg. De jongen komen recht naar huis, maar gaan vervolgens aan het trainen (lees: verder vliegen) en dan raak ik steevast een mandje vol kwijt. Dat is doodzonde van de moeite en daarom wil ik het eens anders proberen door ze ineens een groot stuk te laten springen in afstand. Voor die tijd wil ik ze in een cirkel van 10-15 km in alle richtingen loslaten zodat ze de omgeving als hun broekzak kennen. Ik hoop dat dit beter werkt en of het ook zo is zullen we gaan zien.
De weduwnaars trainen de laatste paar dagen niet best. De buurman van even verderop is de boosdoener. Zijn fladderaars willen namelijk niet zo erg meer trainen en volgens mij ligt hij met de verrekijker in de aanslag als ik naar het hok toe ga. Als mijn doffers eruit zijn, gooit hij ook die van hem eruit. Het gevolg is dat de hele handel daar rond blijft toeren. Hoe lossen we dat gezemel nu weer op. Simpel. Ik geef de doffers wat langer open hok en als buur zijn doffers er weer in heeft, dan jaag ik mijn doffers er weer uit. Dan vertrekken ze wel als een speer in de verte.
De weduwnaars laten ook vandaag de mais uit de mengeling weer liggen. Morgen zal ik ze wat krapper voeren en dan kijken we weer. Een beetje extra vet op hun ribben kunnen ze best gebruiken want de windvoorspelling voor a.s. zaterdag is helemaal bijgesteld richting kopwind. En dat zou niet verkeerd zijn. Jammer is dat we Etampes vliegen in plaats van Orleans vanwege een vliegshow daar. Missen we wel de gereglementeerde afstand voor de nationale kampioenschappen. Jammer.
Woensdag 29 mei 2002.
De latere jonkies zijn er rond elf uur uit gegooid en moeders klaagt over het dakhazen dat ze doen. Ik beloof haar dat vrijdag de bezem ertussen gaat en dat ik ze dan zal leren vliegen. We voeren ze krap en licht omdat ze morgen niet buiten komen vanwege de vroege training van de doffers. Dan voeren we ze extra vroeg en staan ze voor vrijdag lekker naar de hand.
De laatste paar dagen controleer ik de jonge duiven afdelingen zorgvuldig en bijna iedere dag haal ik er vreemde jongen uit. Ik kieper ze er gelijk uit en meestal verdwijnen ze weer. Pas goed op jonge duiven van iemand anders tussen die van u. Je weet nooit wat ze onvermoed aan ziektes mee naar binnen brengen. Het hoeft niet, maar het kan wel. En dan bent u mooi in de aap gelogeerd.
De doffers hebben het helemaal. Ik klop buur want ik doe ze er gelijk uit als ik thuis kom. En daar had buur niet op gerekend. De doffers gaan een hele poos pleiten en komen pas na zo’n drie kwartier in kleine clubjes terug. Ze zijn super! In het hok kijken ze me niet aan en gaan gewoon hun eigen gang. Ik geniet van ze en als het weer dat wordt zaterdag wat ze van het KNMI beloven dan kan het haast niet anders of dan wordt het genieten geblazen.
Evert Konings schrijft:
“De laatste maanden zie ik in nieuwbouw varkensstallen steeds vaker het volgende ventilatie principe, lucht inlaat via het plafond door geperforeerde plafonds (gaatjes 0.5 cm) en de lucht afzuiging onderin. Het plan was om een duivenhok op deze manier te ventileren, dit omdat het op dit moment volledig ingebouwd ligt en er te weinig ventilatie is. Heb je deze toepassing al eens ergens gezien of ken je mensen die er ervaring mee hebben.”
Deze toepassing heb ik nog nooit op een duivenhok gezien. Het principe van verluchting op een duivenhok is dat de in het hok verwarmde lucht langzaam opstijgt en via de pannen of de nok het hok verlaat. Ik ken hokken genoeg waar van boven de lucht naar beneden valt en op al die hokken wordt niet goed gespeeld. Als Evert het toch wil proberen dan kan ik hem een goed advies geven. Koop een ventilator die voor en achteruit kan. Dus zowel zuigen als blazen. Als het inblazen niet werkt, dan werkt het afzuigen misschien toch wel.
Donderdag 30 mei 2002.
Vanmorgen voordat ik naar mijn werk ga voer ik de doffers enkele handjes. Ik wil ze wat hongerig houden voor vanmiddag zodat ze dan wat meer eten.
Op mijn werk heb ik een heel gesprek met mijn prof over het metabool systeem en hij kan het weten want dat is nu net zijn vak. Als ik hem vertel over de vlucht van 2 weken geleden waar mijn duiven zo dorstig van terug kwamen en zoveel gewicht kwijt waren zegt hij: water. Ik probeer het steeds vanuit een andere invalshoek en krijg steeds hetzelfde antwoord: water. Kijk zegt hij als duiven aan een hoge snelheid naar huis toe komen, dan kost dat relatief weinig energie. En als ze veel gewicht kwijt zijn dan is dat water. Ieder levend wezen raakt bij hoge temperaturen water kwijt en als dat niet heel regelmatig wordt aangevuld door te drinken dan lijkt dat net alsof er zoveel gewicht vanaf is. Natuurlijk is dat ook zo, maar dat gewichtsverlies is vochtverlies en niets anders. Ik vraag hem of ik daar iets aan kan doen door anders te voeren of godweettik wat. Waarom geef je ze dan geen extra water zegt hij. Ik vertel hem dat ik dat graag zou willen maar dat ik dat niet kan. En niet mag. En ik leg het hem een beetje uit want per slot van rekening is hij geen duivenmelker. Hij schudt zijn hoofd en zegt dat hij het dierenmishandeling vindt.
Twee weken geleden maakten een aantal doffers flink kermis en voordat ik ze loslaat sluit ik die voor de zekerheid maar op. Nu zijn het weer anderen die maar blijven gaan. Natuurlijk een goed teken, maar ik houd er niet van als ze zo met hun krachten smijten. Dat moeten ze zaterdag maar doen. Als ze dan niet luisteren gooi ik de duivinnen maar los. En dat helpt; ze gaan vlot de dames achterna naar binnen.
Als de duivinnen weer in de ren zitten neem ik al mijn doffers in de hand om ze te controleren. Ik besluit om er 5 niet mee te doen. 4 komen er niet geweldig en 1 had na de vlucht van 2 weken geleden wat coli verschijnselen. Zaterdag wordt een zware vlucht en dan kun je alleen maar topduiven in topconditie inkorven. Anders ben je ze kwijt en dat is het laatste wat ik wil.
’s-Avonds in de club bevestigen de inkorvers wat ik al dacht. Ze zijn stuk voor stuk top en meer kun je er dan zelf niet aan doen. Nu is het een kwestie van goed verzorgen onderweg, goed vervoeren en goed lossen.
Ik praat wat na met een van de beste spelers van de club en vraag hem wat hij van de uitslag van vorige week op de midfond denkt. De club staat in de kring namelijk niet op het eerste blad. Hij vertrouwt me toe dat zijn duiven niet zo willen als andere jaren. Dan moet je er wat aan doen zeg ik. Hij vertelt me dat hij niet zo gecharmeerd is van iedere dag drie dingen in het water doen en dat hij het altijd grotendeels zonder heeft gekund. Het lijkt wel of het zonder niet meer kan zegt hij eroverheen. En: maar wat is het nut? Geel lopen duiven zo weer op en er zijn er hier die niet eens weten wat een geelkuur is. En dan? Ik moet hem het antwoord helaas schuldig blijven. Omdat ik er niets aan kan doen. Ik heb al eens aangeboden om enkele voorlichtingsavonden voor de club te verzorgen, maar drie keer is scheepsrecht. En dan houdt het op. Dan is er geen interesse om wat te leren.
Eric en Wim Deprez mailen:
“Zo doe wij het met jonge duiven. Als ze beginnen te trekken, dan zet ik het eten klaar als ze weg zijn. Met een portie gerst erbij. Komen ze terug dan wordt er niet geroepen en diegenen die eerst binnen zijn, hebben het beste eten. De laatsten de gerst. ‘s-Anderendaags zullen de rollen omgekeerd zijn en diegenen die de dag ervoor goed gegeten hebben, zullen nu de laatsten zijn. Na een week zult u reeds de resultaten zien. Bij het opleren juist hetzelfde. Wij doen dit reeds enkele jaren zo en het werkt zeer goed.”
Ik doe ongeveer hetzelfde. Het duurt inderdaad even totdat ze het allemaal door hebben en dan lopen ze goed binnen. Het regelt zichzelf. Ik heb een soort erker aan mijn jonge duivenhok gebouwd. Daar wordt in gevoerd. En klaar met eten, naar binnen. En dan kunnen ze niet meer terug naar het voer. Vroeger heb ik ook met gerst gewerkt en omdat ik daar met de jongen slechte ervaringen mee had, heb ik dat verruild met Superdieet en later met Zoontjens.
Vrijdag 31 mei 2002.
Het is al vroeg stralend weer en ik ga er gelijk uit om de grote jongen in de mand te gaan doen. Als ik ze in de auto zet komen er donkere wolken opzetten. Holland op zijn smalst denk ik: mooi weer duurt vaak maar even. Ik besluit om naar het westen te rijden zodat ze de wind recht van achter hebben. Als ik een plekje gevonden heb is het geheel en zwaar bewolkt geworden. Ik laat ze een half uur staan en dan laat ik de hele bubs maar tegelijk los om geen risico te nemen. Ze verdwijnen de goede hoek in, maar als ik thuis kom is er nog geen veer te bekennen. Als ik aan de koffie zit komen ze in groepjes naar huis. Dat viel dus toch nog vies tegen.
Na de koffie doe ik de lateren in de mand, want die moeten nog behandeld worden tegen de pokken. Als ze nog klein zijn zitten ze vol met stoppels en daar kun je geen enting op zetten want het bloed dat er dan uit komt spoelt de entstof vervolgens weg. Dus doe ik het nu. Na de enting laat ik ze tot in de middag in de mand zitten en vanaf het keukendak laat ik ze los. Hebben ze dat ook eens meegemaakt. Ik laat ze een kwartiertje begaan en dan gaat er een lange stok met een zak erop omhoog: vliegen geblazen! Enkelen vallen al vlot ergens op een dak, maar het gros amuseert zich fladderend in een koppel. Met een week of 3 zijn ze ook klaar voor roadwork.
Wim Huizer vraagt: “Als ik bij één van mijn jonge duiven de vleugel opentrek, hoor je een knakkend geluid. Aan beide kanten is dat. Verder wijkt hij kwa rui en gedrag niet af van de rest van de jonge garde, misschien ietsje minder pluimpjes geruid tijdens de verduistering. Ken jij dit verschijnsel en denk je dat het van invloed kan zijn op de sportieve prestaties. Tussen haakjes; het baasje heeft ook vaak een knakkend geluid in de enkels en heeft daar verders nooit last van gehad.”
Ik ken dat verschijnsel omdat ik ook eens jonge duiven heb gehad die dat hadden. Als je de elleboog van de vleugel in de palm van je hand laat scharnieren dan voel je het daar knikken. Iedere duif krijgt van mij de gelegenheid om zich te bewijzen en een plek te veroveren, maar ik heb dit verschijnsel bij geen enkele van mijn oude duiven opgemerkt. Ik ben bang dat het dus geen goed teken is.
En Wim vraagt ook nog: “Ik speel weduwschap met 12 doffers en duivinnen. De duivinnen gaan normaliter iedere week mee. Nu zitten er dit jaar meerdere bij, die slecht presteren. Deze wil ik niet meer meegeven. Als ik deze permanent verwijder wordt het ploegje te klein denk ik. Laat ik deze gewoon in het weduwduivinnenhok als de andere in de mand zitten of is er een betere aanpak?”
Ik heb 1 jaar met wisselend succes met duivinnen gespeeld en ik zou de duivinnen die niet komen eens in de 2 weken spelen om te kijken of ze van gedachten veranderen. Doen ze dat niet dan zou ik ze apart in de mand zetten als de anderen op de vlucht zijn. Bij dit systeem komt het voor dat sommigen duivinnen echt niet aanpakken en daar helpt niets aan. Later van het nest gespeeld op de natoer zullen ze waarschijnlijk wel weer komen.
Onder het eten gaat de telefoon. Prof. Van Oortmerssen van de WOWD aan de lijn. Of ik vanavond zin en tijd heb om over de Lossingswijzer te praten. Ik maak tijd voor hem vrij en we praten een avond lang over van alles en nog wat op duiven welzijnsgebied. Heel veel verschillen we aan het eind niet meer van mening. Ik ben blij dat er na jaren "actie” voeren dan toch wat van de grond komt al is het op lange termijn. Maar dat is in de duivensport al heel wat.
Zaterdag 1 juni 2002.
Als ik mijn duivinnen los laat om naar de doffers te gaan, blijven die alsmaar gaan en doen enorm schrikkerig. Als ik de boel eens goed observeer blijken wat buurtkinderen van verderop papieren blaaspijltjes op de duivinnen te schieten. Die weten iedere keer niet wat ze overkomt en stuiven in alle richtingen uiteen. Als ze er op mijn verzoek mee stoppen duurt het nog geruime tijd voordat ik ze binnen heb. Als je midden in de stad woont dan heb je dit soort dingen. Leuk is anders.
Omdat het vandaag echt warm is besluit ik electrolyten in het water te doen en omdat mijn duiven bij zowat alle mindere spelers twee dagen in de mand hebben gezeten gaat er toch maar een kuurtje goed voor van alles en nog wat bij. Ik heb weinig trek om ook de griep op te lopen, maar het eind is wel zoek aan het raken. Of is het al zoek geraakt? Waar is de tijd gebleven van wat Aviol en een schep druivensuiker?? Van Reiger en die dat niet betalen kon een roestige spijker in de drinkpan???
Als ik me op het keukendak posteer om te kijken hoe de midfond duiven vallen, breekt plotseling de pleuris uit. Melkers die nooit bellen, bellen me op. Het blijkt dat het hele Tipes systeem landelijk faalt. Klokt gewoon geen duiven. Wat een enorme sof. Net als ik denk dat het probleem een dubbel vlucht betreft, belt iemand me die alleen midfond mee had. Ik zak zowat door de grond. Twee weken voor Jan met de korte achternaam bezig geweest. Misschien wel voor een heel jaar. En duiven die voor niks naar huis toe komen op de koop toe. De eerste valt op 7 over 2 als een steen naar beneden en het systeem zwijgt in alle talen. Ik probeer nog van alles door de duif een poos op de valplank gedrukt te houden, maar niets gebeurt. Tja dan houdt het helemaal op. Ik baal als een heel grote stekker als 7 over 2 in de kring veruit de snelste duif blijkt te zijn.
Wat vervolgens verder gebeurt vind ik nog veel en veel erger. Ik moet bijna een kwartier op mijn 2e duif wachten en dan komen ze even om de minuut. Alle duiven rollen van ellende van het dak het hok in. Een letter vraagt of hij de duiven eens in de hand mag nemen. Daar is zeker een derde van het gewicht vanaf is zijn mening. Even later gaat hij naar huis om zijn eigen duiven op te wachten en belt dat zijn duiven die veel verder moesten vliegen er veel en veel beter aan toe waren.
Twee weken geleden stoorde me dit ook al enorm toen hetzelfde gebeurde van een veel eenvoudigere vlucht. Ik doe alles wat in mijn vermogen ligt om al mijn duiven terug te krijgen. Het klinkt u gek in de oren, maar dit is voor mij primair: ik wil al mijn duiven thuis krijgen. Op een verantwoorde manier. Tussen inkorven en thuis komen ligt zoals u weet het grote grijze gebied met de Bussumse muur eromheen. Wat er daar achter gebeurt interesseert melkers ogenschijnlijk geen ene sodemieter. Niemand kijkt er naar of denkt er over na. Welzijn buiten het eigen hok? Nooit van gehoord. Schijnt het. Hoeven we niks aan te doen. Wordt allemaal voor gezorgd toch? Als ik er over begin in de club krijg ik voor mijn voeten gegooid dat ik het maar te accepteren heb dat ik slecht speel en dat ik duiven kwijt raak. Dat hoort nu eenmaal bij de hobby. En nu ophouden met zeuren. En ik krijg een schreeuw na. Even na de schreeuw valt het kwartje. Kloink.
Na het laatste woordje van de vorige regel staat een letterteken. Dat altijd staat achter elke regel. Daar was ie weer. Dat zet ik voorlopig achter de sport. Waar ik woon is op termijn helaas geen enkele verbetering te verwachten en begrijpt men ook niets van wat echte wedstrijdsport met postduiven is. Dat is heel wat anders dan gezellig achter de bar van de club hangen en moppen tappen. Schijnbaar zie ik het allemaal verkeerd. Het kan namelijk wel anders. Althans zoals ik dat dan beleef.
Vandaag is het in Afd. 6 in no time plat van 300 km. De duiven vallen er als witjes. Bij ons sta je na een half uur nog op het eerste blad: 30 km verschil. Vandaag is het in Afd. 5 in no time plat van 440 km. Bij ons zal het misschien wel anderhalf uur open staan. Opnieuw 30 km verschil. Beide melkers waar ik me aan spiegel vliegen met mijn duiven en met mijn methodes. Daar is dus echt niets mis mee. Maar waarom denkt u nu dat dat daar allemaal zoveel beter gaat?? Uitmuntende zorg voor de duiven. Anders niets. Mijn plan is om zelf met hok en al die 30 km te overbruggen. Ik ben het zat om de enige roepende in de woestijn te zijn. Het enige dat ik wil is met duiven spelen die goed worden vervoerd, goed worden verzorgd en goed worden gelost. En als me dat financieel niet lukt om er dan definitief een punt achter te zetten.