Als de duiven van de vlucht op weg naar huis zijn verbruiken ze de eerste 45 min. tot 1 uur glycogeen. De duiven vliegen dan voornamelijk op de energie opgeslagen in de witte spieren. Na deze eerste periode gaat de duif langzamer vliegen en schakelt over op vetverbranding en dan zijn het vooral de rode spieren die hun werk doen. 

 

Wat gebeurt er als de duiven hun trainingsrondjes rondom het hok maken? Wat voor soort verbranding vindt er dan plaats? Of is er sprake van een verschil tussen type duif (snelheid vs. duur)?

 

Zelf heb ik duiven zitten voor de overnachtfond deze hebben op dit moment nog niet dezelfde vorm als een bevriende liefhebber die een aantal straten verder woont en die duiven voor de vitesse/midfond heeft zitten. Als we beiden onze duiven gelijk loslaten dan zien we dat mijn duiven niet super hoog gaan en ook geen hoog trainingstempo hebben. De duiven van de andere liefhebber gaan veel hoger door de lucht en hebben werkelijk een veel hoger tempo. Als mijn fondduiven vorm gaan krijgen dan gaan ze wel hoger vliegen, maar ik heb het gevoel dat ze dan nog steeds minder hard vliegen dan die van de vitesse/midfond liefhebber. Wij zijn beide liefhebbers die op hun discipline lokaal voorin de uitslag staan, dus daarin verschillen we niet.

 

Als je als mens een marathon wilt gaan lopen dan zijn er allerlei trainingsschema's voorhanden hoe je je dient voor te bereiden. Het lijkt me nuttig om ook voor de fond eens iets dergelijks op papier te zetten. Uit diverse stukken in winning o.a. van iemand die ik zeer bewonder om zijn prettige manier van schrijven en duiven houden in combinatie met fantastische prestaties, Jan Polder, weet ik iets over de noodzakelijke vluchtvoorbereiding. Maar hoe zit het met de opbouw van de trainingen rondom het hok. Natuurlijk kun je alles overlaten aan vorm en dan zie je wel of ze 30 min. of 3 uur vliegen, maar ben je daarmee de liefhebber die zijn kolonie duiven aanstuurt? In veel reportages lees je 's ochtends een uur los en 's avonds 1 uur los. Dit kun je wel doen, maar welke filosofie zit erachter. Hoe bouw je op tot het uur, hoe bouw je op van zondag na de vlucht tot vrijdag voor inkorven en hoeveel training is noodzakelijk voor welke afstand.

 

Een interessante vraagstelling waar heel veel over te vertellen valt. Op een vraag kan ik direct in gaan. Momenteel heb ik eigenlijk de duiven voor de dagfond en grote fond door elkaar zitten. Nu zitten ze pas op het nest en is het trainen over, maar dat wil niet zeggen dat ze geen uur in de lucht zouden kunnen staan. Het feit dat ze een nest hebben maakt dat de motivatie anders is en dus het trainen ook.

 

Toen ze nog gescheiden zaten trainden vooral de duivinnen veel tot wel 2,5 uur toe. De doffers minder omdat die na de opleervluchten bij de duivinnen mochten en die verwachten dat dus als ze iedere dag losgelaten worden.

 

Maar het feit deed zich dus voor dat alle soorten door elkaar heen zaten op hetzelfde moment en dat ongedwongen trainingen met duiven van verschillende aanleg steeds dezelfde duur hadden. Conclusie is dus dat je nestduiven niet met weduwnaars of gescheiden duiven kunt vergelijken. Beiden houden er een eigen tempo op na en dat zoekt elkaar na de lossing vanzelf op. Maar als ze rond het hok tot elkaar veroordeeld zijn schakelen ze moeiteloos een tandje bij.

 

Het maakt met nestduiven al meer verschil als je de duivinnen rond 14:00 uur uit laat en de doffers rond 19:00. Beiden hebben dan even geen trek naar het nest en vertalen dat in uitbundig trainen. Is dat niet het geval dan kun je ze een handje helpen door 2-3 dagen wat licht voer te geven voordat ze naar buiten gaan. Daarna moet dat vanzelf gaan. Of anders is het hok nog niet op zijn best of mankeert er nog iets aan de duiven.

 

Wat ook kan remmen is als er duiven bij zijn die van nature niet graag willen vliegen omdat ze fysiek iets mankeren. Ze kunnen de koppel niet bijhouden of komen van het trainen steeds voor de anderen naar binnen. Dit soort duiven dient u dus te verwijderen anders kan er van goed trainen nooit sprake zijn.

 

Ik denk dat u goed hebt verwoord wat er gebeurt met de energievoorziening bij de training. Let wel: de situatie die ik omschreven heb geldt voor het seizoen. Tijdens het seizoen probeer ik de duiven zodanig met voer, training etc te manipuleren dat ze wel kunnen trainen, maar het niet doen. Het heeft absoluut geen zin om duiven de hele week uren in de lucht te hebben als ze zaterdags een wedstrijd moeten vliegen. Als ze de hele week met hun krachten hebben gesmeten dan komt er tijdens de vlucht niets van terecht. Dan moeten ze knallen. Eerder niet. Dit manipuleren kan pas als de basisconditie goed is. Is die niet goed dan beperken duiven zich tot kladvliegen en het gaat erom ze kop te laten vliegen. Of niet soms?

 

De eerste 5-6 weken heb ik bijvoorbeeld nooit mijn weduwnaars ’s morgens los gelaten. Als je ’s avonds afvoert dan maken doffers er in de morgen een geweldig trainingsfeest van. Dat is leuk, maar heb je er wat aan. Ik heb altijd gevonden van niet. Als je ze alleen ’s avonds los laat dan is dat anders. Dan willen ze wel maar de honger knaagt aan hun magen. Dat bedoel ik met manipuleren. Je bouwt hun energievoorraad op en zorgt ervoor dat ze zaterdags knallen en niet eerder.

 

Voor langere afstanden is meer training nodig en minder wedstrijden. Ik heb het hier over doffers. Niet over duivinnen want dat ligt iets anders. Die zijn veel vlugger met hun energie op peil dan doffers. Boven de 400 km speel je doffers daarom best om de week. Dan haal je er het meeste rendement uit. Wel moeten ze dan ook ’s morgens trainen. En dat is dan weer om ze meer te laten eten want doffers in vorm met warm weer eten dan automatisch minder.

 

Voor de grote fond luistert het energie besparen weer anders. Tussen de grote vluchten maar 1x per 3-4 weken een wedvlucht. Ik maak er bij fondduiven tijdens het seizoen absoluut geen probleem van als die maar even trainen. Bijvoorbeeld 15 minuten. Ik heb zo ooit eens 6 van de 7 op een half uur gepakt van een lastige St. Vincent. Die werden ’s avonds laat buiten gezet en die vlogen 3 rondjes en dat was het. Maar wel goed ingevlogen. Wel moeten die voor het seizoen natuurlijk hebben laten zien dat ze uren kunnen trainen als ze nog los zitten. Het liefst zou ik nestduiven voor de grote fond met overgewicht meegeven. Ze hebben dan alle reserves nodig om een topprestatie te kunnen leveren.

 

Ik denk dat er in een trainingsschema altijd een rustperiode ingebouwd moet zitten. Bij programma duiven is dat eerder dan bij grote fondduiven. Voor die tijd dient er echter een basis vliegconditie te zijn. Dit kun je uiteraard niet doortrekken een heel seizoen lang. Daarom die rust periode. U speelt grote fond dus zal ik mijn pijlen daarop richten.

 

Ik zou het doen zoals ik het nu gedaan heb. Niet scheiden in de winter en als het kan iedere dag trainen. Bij het eerste ei of vlak voordat het zover was zou ik de duiven scheiden en ze apart loslaten. Dan moeten de duiven als vanzelf geweldig trainen. Dat is de basis voor het verdere seizoen.

 

Als de duivinnen beginnen onderling te paren dan zou ik gaan opleren en ze na de lapvlucht een paar uur samen laten. Dan worden de koppeltjes al gevormd en is er een stuk motivatie. Dan zou ik kiezen welke duiven op welke vluchten ingekorfd zouden moeten worden en daar zou ik van laten afhangen wanneer ik zou koppelen. Als je niet later kunt koppelen dan kun je geen jongen nemen van hun eerste ronde en ze van hun eerste jongen spelen op de eerste grote vlucht. Dan ruien ze later en dit is me vroeger goed bevallen om dat zo te doen.

 

Ik zou ze zeker 5-6 keer opleren als je tijd hebt vaker; zeker tot 100 km en als het kan nog verder. Dat is een goede basis die bijna geen risico’s heeft als je het weer goed in de gaten houdt.  Dan gingen ervaren duiven op 150-200-300 km de mand in; wel met 1 nacht mand om niet de nesten te verstoren. Dan met 3 weken rust naar St. Vincent. Wel ging ik ze tussen door enkele malen lappen om de vaart erin te houden en het risico van in een rotvlucht terecht te komen te vermijden.

 

Dat waren de oude duiven. Nu de jaarlingen. Die als jong opgeleerd kunnen worden zou ik opleren. En de heel laten niet. Ik zie daar met het opleren nu geen nadelen in. Met jaarlingen is het de bedoeling om de besten over te houden; waar je kijk op hebt en om ze ervaring op te laten doen. Daarmee bedoel ik veel opleren en oppassen wanneer je ze mee geeft. Wij kunnen hier Quievrain spelen doordeweeks met 1 nacht mand; dat is ideaal. Midfondvluchten van onze afdeling dat houdt grote risico’s in; dus dat is oppassen geblazen als je mee doet. Verder is er hier de natoer en dan kun je ze ook goed opleren. Maar als het weer goed is zou ik ze graag op een wat verdere vlucht uittesten. Dan ging de hele handel mee. Daarna is het wel herbeginnen met een nieuw nest maar dat is dan geen probleem. Je houdt dan wel die duiven over die de weg weten.

 

Er zijn verschillende scenario’s mogelijk je koppelt jaarlingen onder elkaar of tegen de oude vliegduiven. Of alleen ouden tegen elkaar. Voor alles is iets te zeggen, maar ik hoop dat het duidelijk is hoe ik tegen trainen en trainingen aan kijk. Veel hangt in deze ook af van je hok. Dat bepaalt ook wat duiven eten en hoeveel ze eten.