Een eigen kweekprogramma
Toen Georges Veys in 1973 stierf verhuisden de meeste van zijn duiven naar mijn kweekhok in Hilversum. In het begin volgde ik zijn kweekmethode, het kruisen van de lijnen van "De Oude Rosten" en "De Oude Klaren" en dat bracht ook mij grote successen.
In die jaren kwam ik in contact met Professor in de genetica Alfons Anker uit Kaposvar (Hongarije) en besprak met hem wat de beste manier was om deze bloedlijnen voor de toekomst vast te leggen. Daartoe werd een speciaal kweekprogramma uitgestippeld hetgeen beschreven staat in het boek "De Kunst van het Kweken".
Professor Alfons Anker
Om het speciale kweekprogramma uit te kunnen voeren deed ik gerichte aankopen en zo bezat ik op een gegeven moment 15 rechtstreekse kleinkinderen van "De Oude Klaren '46". Het waren kinderen van: "De Schonen", "De Groten", "De Jonge Klaren", "De Oude Grijsoge", "Het Prinseske", "De Klaren II" en rechtstreekse kinderen uit "De Kapoen", "De Rik", "De Ballon", "Het Stuur" etc.
v.l.n.r: Jules Rijckaert, Jef Sijmons, Prof. Anker en Raoul Verstraete.
Gedurende een aantal jaren werd er met deze duiven volgens plan in de familie gekweekt en werd er niet aan de vluchten deelgenomen. Toen ik voldoende kwaliteitsmateriaal op het kweekhok had zitten werden er zuivere Janssen Arendonk duiven bijgehaald om te kruisen. De resultaten van die kruising leverde een serie kampioensduiven op die mijn naam over de hele wereld grote bekendheid hebben bezorgd. Hoe dat precies in zijn werk ging zal ik in een ander hoofstuk beschrijven.
|