Zodra een doffer een partner gevonden heeft, gaat hij op zoek naar een plek om een nest te maken en zal daar vervolgens zijn duivin naar toe drijven. In de praktijk geeft de liefhebber elk koppel een broedhok en probeert het koppel hun vaste plek eigen te maken en zoveel mogelijk territoriale gevechten te vermijden. Als dat achter de rug is en het nest is gebouwd, wordt gemiddeld 8 - 10 dagen na het koppelen het eerste ei gelegd, twee dagen later gevolgd door het tweede. Dan wordt het nest bebroed en komen na ongeveer 18 dagen de jongen uit het ei. Na 4 weken zijn de jongen volwassen en worden ze door de liefhebber gespeend in een eigen afdeling van het hok speciaal ingericht voor jonge duiven. Ondertussen heeft de duivin al weer gezorgd voor een nieuw broedsel en zo kunnen duiven iedere 7 - 8 weken zorgen voor nakomelingen.
Als jonge duiven gevoerd worden piepen ze ongeduldig richting hun ouders. Daarom worden jonge duiven door de duivenliefhebbers "piepers" genoemd. Piepers worden op een wat ongebruikelijke manier door hun ouders gevoerd. De ouders eten eerst het voer op. Dat wordt in hun krop(maag) al vast wat verteerd en vervolgens worden dan de jongen daarmee gevoerd. Het eerste voedsel van een jonge duif lijkt op een soort pap en wordt door de liefhebber "duivenmelk" genoemd. Na een dag of vijf, zes krijgen de jongen al wat vaster voedsel en vlak voordat ze het nest verlaten krijgen ze hele, net opgepikte granen gevoerd. Om hun jongen goed groot te kunnen brengen hebben duiven gezonde en gevarieerde granen nodig en voldoende schoon water. Wat niet op een duivenhok mag ontbreken is grit. Dit is een mengsel van allerlei soorten gesteente en schelpen die zijn fijngemalen. Duiven hebben dagelijks vers grit nodig om het voer in hun krop te kunnen verteren en jonge duiven in het nest hebben het nodig voor de groei van hun beendergestel.
Duiven houden ervan om regelmatig een bad te nemen. Zodra het geregend heeft zijn ze er als de kippen bij om daar maar wat water is blijven liggen de spetters in het rond te laten vliegen. De liefhebber geeft zijn duiven meestal een keer per week een bad in het hok en maakt dan van de gelegenheid gebruik om de nat geworden vloer van zijn hok een grondige schrobbeurt te geven. Alleen in de winter krijgen duiven geen bad. De kou laat het dan de veren niet toe tijdig op te drogen en dan loopt de duif de kans een longontsteking te krijgen.
Duiven kunnen heel oud worden. Soms wel 25 jaar. Doffers kunnen wel tot een jaar of 16 vruchtbaar zijn. Duivinnen leggen soms nog eieren als ze 13 jaar oud zijn. Meestal worden alleen de duiven waar de liefhebber erg aan gehecht is zo oud en dan moeten ze ook nog eens tot de allersterksten behoren. |