Wanneer oude duiven op wedvluchten worden ingezet, levert de duivin het best prestaties als haar eieren 8 tot 10 dagen bebroed zijn of als haar jongen 3 tot 5 dagen oud zijn. Een doffer is meestal het best gemotiveerd om snel terug te keren op jongen van 10 - 14 dagen oud. Vanaf het moment dat de doffer het signaal aan zijn duivin geeft om een nieuw nest te beginnen kunnen beide seksen meestal niet meer met succes op een wedvlucht worden ingezet. Verliefde duiven verbruiken namelijk enorm veel energie.
Op de lange afstandsvluchten breken duiven meestal hun thuisvlucht af bij het vallen van de avond. Als een duivin eieren in haar nest heeft liggen vliegt ze vaak 's avonds heel laat door, omdat ze weet dat haar doffer er niet van houdt 's nachts de eieren warm te moeten houden. Het verzorgen van grotere jongen is meestal de taak van de doffer. Hij zal dan ook zijn uiterste best doen om snel thuis te komen voor de verzorging van zijn jongen.
Op warme, mooie dagen vliegen duiven heel hoog in de lucht om maar zoveel mogelijk van de wind te kunnen profiteren. Als het wat minder mooi weer is met tegenwind vliegen ze heel laag om te kunnen profiteren van de luwte van grote gebouwen of rijen bomen. |