Waarop moet je letten als je duiven op een verkoping wil aanschaffen?
Ze komen er weer aan. U weet wel. Het duurt niet zo lang meer. Als je goed tussen de regels door kunt lezen dan weet je het al ruim van te voren wat er zo hier en daar staat te gebeuren. Sommige reportages in duivenkranten zijn zo superlatief in hun teksten, dat je je achter je oren krabt als je de gemaakte uitslagen met het geschrevene vergelijkt. Dan schrik je soms. Ik althans. Maar het is wel een leuke tijd die er aan komt. Je hebt eens wat anders te doen in het weekend. Je bent er even uit en je ontmoet tijdens zo'n gelegenheid zoveel sportvrienden tegelijk, die je anders nooit in een week zou kunnen bezoeken. En verder wie weet wat je ziet, hoort of voelt. Ik kan dan mijn ei wel kwijt. Tijdens verkopingen, want daar ga ik het met u in deze aflevering van hints over hebben.
Ik vind persoonlijk de duivenkrantjes er in het najaar en 's-winters veel leuker uitzien. Enorm veel mooie foto's van duiven. En als de foto's van de Van Raamsdonk-kwaliteit zijn dan kun je je thuis bijna een voorstelling maken van hoe de duiven in het echt zijn. De kwaliteit van de ogen kun je heel goed inschatten. De vleugelvorm ook als Peter er voor de mooïïgheid niet te veel van af gesneden heeft tenminste. En tenslotte de gezichtsuitdrukking is voor mij enorm belangrijk. Zijn het intelligente duiven of juist van die hartstikke domme. Dat zijn voor mij indicaties die je van een foto kunt aflezen en aanleiding kunnen zijn om juist die verkoop te bezoeken of nu net niet. De verkopers, ook niet dom, hebben dat allang gesnopen en vullen de advertentiepagina's met zoveel mogelijk foto's. En dan de tekst op zulke pagina's. Die schreeuwt je toe. Nodigt je uit. Shockeert je bijna op een zodanige manier dat je denkt dat je eigen kleppers geen deuk in een pakje boter kunnen vliegen bij de aanblik alleen al van de concurrentie van al dat moois. Ik houd daar wel van. Het geeft de duivenkrantjes 's-winters een zeker cachet. Iets sjieks bijna. En dan de uitslagen. Zo in het oog springend over de volle breedte van de pagina. Gemakkelijk lezend en dat in schrille tegenstelling tot de reportages. Uitslagen in kolommen doorlopend, dat leest niet lekker. Althans ik doe daar bijna geen moeite voor. Maar vermeld op verkooppagina's daar vallen ze gemakkelijk op. Prachtige opgemaakte uitslagen en dito plaatjes van duiven. De interesse is gewekt en daar gaat het uiteindelijk allemaal om.
Als de interesse gewekt is, dan willen we meer weten over zo'n kolonie die in de aanbieding is. We gaan dus een verkooplijst aanvragen. Dat is spannend want we krijgen zo wekelijks een baal post binnen waar we telkens enkele plezierige avonden aan kunnen beleven. Maar we moeten verkooplijsten niet zo strikt nemen. Als je ze voor waar zou aannemen dan deed je subiet al je eigen duiven weg en dan begon je direkt overnieuw met allemaal van die andere. Dat doen we dus in geen geval. We zijn in principe op zoek naar hokversterking of naar wat bloedverversing. Naar één of twee duiven. En om onze keus juist te bepalen moeten we de verkooplijsten één voor één op hun juiste waarde gaan schatten. Analyseren. Om te beginnen moet je exact weten wat je eigen hok waard is op de wedvluchten, want waar je namelijk naar op zoek bent is naar beter. En alle aangeprezen waar wat niet beter is dan de gemiddelde top van je eigen hok, daarvan verdwijnen de verkooplijsten linea recta in de papiercontainer van het dierenasiel. Dat zijn meestal verkooplijsten waar heel weinig informatie bij de duiven vermeld staat. Niet waar ze vandaan komen. Niet wat ze gevlogen hebben. Niet tegen welke aantallen duiven de prestaties werden behaald. Niet wat ze aan kinderen hebben voortgebracht en slechts summier waar ze uit kwamen. Daarvan worden we in de meeste gevallen niets wijzer en het bespaart je soms een verre rit. Pas op voor verkopingen die niet totaal zijn. Bijna in alle gevallen wil de verkoper dan zijn rotzooi lozen. Er zijn echt heel weinig kampioenen die van het goede teveel hebben. Zelf vind ik dat wat bij mij niet deugt, dat dat bij een ander zeker niet het geval is. Zulke verkopingen daar hebben we niets te zoeken.
Het eerste wat ons moet interesseren zijn de uitslagen. Het prijspercentage en het behaalde aantal kopprijzen in een behoorlijk groot verband staat voorop. Verenigingsuitslagen daar hebben we niets aan. En daar slaan we geen acht op. Wat belangrijk aan de uitslagen is, dat ze over een behoorlijk groot tijdvak tot aan de dag van vandaag van hoog niveau zijn. En dat niet geschermd wordt met uitslagen uit lang vervlogen tijden. Het gaat dus om uitslagen van de laatste vijf jaar, want uit dat tijdvak zullen de meeste duiven zijn die te koop worden aangeboden. Het valt m.b.t. de nieuwe indeling Unieke Werkgebieden nog niet direct mee, maar het is een absoluut vereiste te weten tegen welke concurrentie de verkoper speelt. In welke hoek van het spelverband woont hij. Heeft hij de klad steeds mee? Heeft hij de wind steeds mee of juist dan mee wanneer hij topuitslagen maakte? Of juist geen van beiden. Waar het ons om gaat zijn extra duiven. Duiven die geen enkel voordeel nodig hebben om aan de kop te spelen! En wat ook belangrijk is: hoeveel waarheid schuilt er in de uitslagen! Wat vermeld werd zijn dat verenigingsuitslagen en zijn die tegen de heel grote aantallen slechts een aantal verenigingen bijelkaar opgeteld? En werd er zo hier en daar een sterk spelende club vergeten? Als dat zo is, neemt u van mij aan dat u in de maling wordt genomen. En als ze dat met de uitslagen doen, dan doen ze het met de duiven ook. Blijf daar dus weg. Verkooplijsten van vergane glorie gaan ook in de papierbak. Dan laten we onze ogen glijden over de vermelde referenties, want die zijn uitermate belangrijk. Werden ze in groot verband behaald? Kweekten ze daar ook asduiven in groot verband? En wat belangrijk is: brachten ze het niveau van de vermelde referentie regionaal of misschien wel nationaal naar de top? En hebben die op hun beurt ook weer koten gemaakt zou Piet de Weerd zeggen. Het belang van deze laatste regel snapt iedereen die ook maar iets van duiven af weet. Is het laatste het geval, dan is mijn interesse definitief gewekt.
En dan lezen we de verkooplijst door. Ik vind het praktisch als enkele bladzijden gebruikt worden om de stamduiven te beschrijven. Dan weten we precies waar we in de lijst naar moeten kijken. Die stamduiven moeten niet uit lang vervlogen tijden stammen. Vijftien tot twintig jaar geleden mag, maar dan moeten er ook kinderen van hen onder de stamduiven vermeld staan. En wat kleinkinderen. Als dat zo is dan ga ik er pas echt goed voor zitten, want dan hebben we te maken met een stam. Duiven die gemakkelijk en goed voortzetten en niet van die duiven waarvan na enkele generaties al geen goedvliegende afstammeling meer te vinden is. En als de kampioensduiven allemaal nauw familie van elkaar zijn, dan breekt het klamme zweet me meestal uit. Maar helaas gebeurt dat niet zo vaak. Meestal zijn er geen stamduiven te vinden en zijn duiven met enkele goed presterende kinderen al een zeldzaamheid. Vaak hangt de verwantschap als los zand aan elkaar en betreft het niets meer dan een vreemdelingenlegioen. Maar ook daar kunnen goed verervende duiven onder schuilen. Een kwestie van de verkooplijst nauwkeurig enkele malen doorspitten. Dan hebben we ze wel gevonden. Zijn er daar maar enkele van dan heeft het meestal weinig zin om te gaan kijken want om die enkele hele goede daar zijn die dag alle melkers voor gekomen. Dat zijn automatisch de duurste. Wat ook geen zin heeft is om naar opgeklopte verkopingen te gaan. Waar de beste duiven al van tevoren verkocht zijn. Dat moet je goed doorhebben, want in zo'n geval wordt er een show opgevoerd. Een show met de bedoeling de geïnteresseerde kopers met gefingeerde luxe prijzen voor duiven, die in feite niet te koop waren, te overreden voor te hoge bedragen de mindere broers en zusters mee te nemen. Kijk dus uit dat je geen kat in de zak koopt.
Als ik dan overtuigd ben dat het om een goed hok duiven gaat, met goede uitslagen en een goede doorkweek, dan bel ik de melker in kwestie zelf op. Waarom? Om aan de weet te komen wat voor een melker het is. Als hij stopt met de sport, dan legt hij meestal zijn ziel en zaligheid wel bloot. Ik heb de voorkeur voor puur natuur. Waarom? Omdat met iets meer verzorging zulke duiven gemakkelijk naar de absolute top gebracht kunnen worden. Daarom! In de winter van 1986 stuitte ik op een totale verkoping van pure Stichelbout duiven afkomstig van de Gebrs. Willequet uit Kwaremont. Hetzelfde hok waar Gaby Vandenabeele zijn fenomenale opgang voor het grootste deel aan te danken heeft. De amateurfoto's vertelden me dat ik met ruwe diamanten te maken had. En de verkoper overtuigde me nog meer van de juistheid van mijn visie. Hij speelde alleen nest en vaak kon hij niet meedoen omdat zijn ziekte hem parten speelde. Nooit kocht ik betere en goedkopere duiven. Is de hint bij u overgekomen??
Dan is de grote dag daar. We stappen in de auto, geld in de achterzak en gewapend met de verkooplijst gaan we op pad. U zorgt ervoor dat u als een van de eersten ter plekke bent. Waarom? Wat een vraag eigenlijk. Neemt u van mijn aan dat de verkoper zijn waar flink heeft opgepolitoerd. En u moet weten hoe goed. Of juist helemaal niet heeft opgedoft. Het gaat om puur natuur. Dat heeft u net opgepikt. Waar het om gaat is te kijken of het om opgepoetste duiven gaat. En daar komt u achter door indrukken met elkaar te vergelijken. Dan neemt u alle duiven nog een keer in de hand als ze al heel wat keren uit het kooitje zijn gepakt. En de duiven die ons heel erg interesseren vlak voor het begin van de verkoop nog een keer. Als u geen verschil voelt dan is het goed. Dan heeft u met duiven te maken die geen krimp geven. Als de tweede en laatste indruk er telkens een is van achteruitgang, dan is het met de vitaliteit duidelijk minder gesteld. In dit geval handen af. Met zulke duiven is het heel moeilijk te presteren. Zeker als het melkersniveau van de verkoper het uwe overtreft. U weet het: met de gekochte duiven komt nooit het niveau van de melker mee naar uw hok! Als u zelf geen topper bent op het gebied van trainen, voeren, motiveren en u heeft geen excellente hokinstallatie, neemt u van mij aan dat het geen enkele zin heeft om zulke duiven te kopen. Link is het als de stamleggers "het" hebben en de rest niet. Ook hier loopt de kwaliteit weg als water op een onvruchtbare zanderige akker. Zoek naar de ruwe diamanten. Duiven waar u met het minimum aan inzet goede resultaten mee behaalt. En wanneer het moment daar is dat u ze heel gemakkelijk kan polijsten en op de weg van het heel grote succes kan zetten. Hoe ruwe diamanten eruit zien? Hoe ze aanvoelen? Dat is een kwestie van veel duiven in de hand nemen. Veel goede. Overal waar u er ook maar de kans voor krijgt. En open staan voor hints.
Opladen.
Afgelopen week kwam beetje bij beetje de zin in de andere dingen buitenshuis en daarmee ook de interesse in de duiven terug. De eerste schoonmaak van twee hokjes kostte me een hele middag, maar je moet je er een keer overheen zetten anders kom je pas na weken achter de geraniums vandaan. Met de dag kwam zo de energie terug en voelde ik me sterker worden. Het jaarlijkse uitje met Rico Koene naar Denemarken vond daarom toch doorgang. Kwestie de batterij elders verder trachten op te laden. Even de gedachten verzetten in een andere omgeving. Andere mensen en in een andere natuur. De eerste wintersneeuw opgesnoven en voor het eerst een spelletje pool gespeeld. In het noordelijkste puntje Arne Porsmose bezocht. Net verhuisd en nog druk bezig te timmeren aan zijn hokken. Wat een ruimte is daar om duiven te houden. Gewandeld en lekker van de natuur genoten zittend in een winterzonnetje met een duivenhok in je rug. En Arne maar slepen met duiven. Wat vind je hiervan en wat vind je daarvan......
Leeg
kan een "duivenkomputer" zijn in je hoofd als je een paar weken niet op je hok bent geweest. Als je gaat selekteren en vooral als je wilt gaan koppelen dan moet je als het ware al je duiven zo uit je geheugen kunnen oproepen. De koppels in elkaar schuiven en ingevingen krijgen. Toen ik de vele duiven van mijn eigen soort bij Arne Porsmose en John Engel door mijn handen liet gaan begon de komputer weer beetje bij beetje informatie op te hoesten. Dat moet een dochter van "De Bonte Jaarling" zijn en die doffer met die bruine doorslag die moet haast uit de lijn van "De 151" zijn. Dat moet eens op die en dat moet eens daarop en als je er zo een kweekt bewaar die dan eens voor mij want dat zou zo goed daar op passen.... En John kreeg de komputer weer echt op gang met een gift van 4 Janssen's van het zuiverste water en van de oude allroundklasse die je hier allang niet meer vindt. Als je zo'n klasbak vast hebt en kijkt naar de afstamming, dan gaat het door je heen: waar zou ik dat nu eens op gaan zetten.... Binnenkort ga ik u proberen deelgenoot te maken waarom ik bepaalde koppelingen juist wel of juist niet doe. De ingevingen trachten uit te leggen en hoe ik mijn ras probeer verder te ontwikkelen en hoe ik tracht de verkregen bijzondere eigenschappen vast te houden en mogelijk te vervolmaken. In deze tijd van het jaar moet dat dagelijkse kost zijn op elk duivenhok!
|