ONTBREKENDE HEADING > Het lossingsverhaal > Bewolking

Bewolking

Hele boeken zijn er vol geschreven over wolken, wolkensoorten, wolkennamen en waar ze voor dienen. Er zijn ongeveer 15 verschillende soorten wolken bekend. De meesten zijn van geen enkel belang zijn voor de postduivensport. We zouden het bijvoorbeeld kunnen hebben over een soort wolk genaamd "Contrail". Dit is de omschrijving voor een langgerekte wolkensoort, die ontstaat uit gecondenseerde uitlaatgassen van vliegtuigen aangedreven door straalmotoren. Het is duidelijk dat deze soort wolk van geen enkele invloed is op de prestaties van postduiven. Wat belangrijk is voor postduivenliefhebbers is de hoogte van de wolken. Hier zullen we ons mee moeten bezig houden. Alle wolken bestaan uit waterdruppeltjes of ijskristallen.

Er zijn drie onderscheidelijke hoogten voor wolken die voor ons van belang zijn:

1. Hoge bewolking, waartoe behoren: Cirrus, Cirrocumulus of Cirrostratus.
2. Middelhoge bewolking, waartoe behoren: Altocumulus of Altostratus.
3. Lage bewolking, waartoe behoren: Cumulus, Stratocumulus en Stratus.

Als we het hebben over hoge bewolking, dan zitten we op of boven 6000 meter hoogte. Vanwege de koude temperatuur op deze hoogte, zijn de wolken hier gewoonlijk licht of wit van kleur of  doen ijsachtig aan. Wanneer er grote stukken blauwe lucht tussen dit soort wolken zichtbaar zijn, dan zijn de omstandigheden om duiven te lossen ideaal. Dit soort wolken beweegt zich veelal van west naar oost door de lucht en zijn vaak een indicator dat er warmer weer op komst is.

Voor middelhoge bewolking geldt ongeveer hetzelfde. Het verschil is echter de hoogte voor dit soort bewolking wat ligt tussen de 2500 en 6000 meter. Ze kunnen vergezeld gaan van lichte regen. Deze condities zijn meestal goed voor het lossen van postduiven. Dit soort wolken zijn vaak de voorbode van een weersverandering, omdat ze zich meestal vormen voor een naderende depressie.

Lage bewolking bevindt zich meestal beneden de 2500 meter. De vorm kan licht bewolkt of zwaar bewolkt zijn. Normaal gesproken hoe zwaarder ze zijn, hoe donkerder ze eruit zien. Ze kunnen vergezeld gaan van zware regen, onweer en windstoten. Als deze wolken dik en egaal zijn dan ontnemen ze het uitzicht op de zon en op de maan en verhinderen zodoende de doortocht van het natuurlijk element wat postduiven nodig hebben om zich te kunnen orienteren. Dit natuurlijk element hebben vele diersoorten nodig voor hun jaarlijkse trek naar de overwinteringsgebieden. Als dit ontbreekt dan vliegen ze doelloos rond totdat ze totaal vermoeid ergens neerstrijken. Dit zijn DE omstandigheden voor een rampvlucht bij postduiven.

Stratus is de meest laaghangende soort bewolking. Overal waar een opeenhoping van vocht of een wateroppervlakte is, kan mist ontstaan. Mist is eigenlijk bewolking op het niveau van de aarde. Zodra het opstijgt wordt het eigenlijk stratus. Dit soort bewolking is rampzalig voor postduiven, zolang het laag, onbeweeglijk en zonder "blauwe lucht" blijft hangen. Zie verder het hoofdstuk over inversie.

Boeren en vissers zijn van oudsher uitstekend op de hoogte met de informatie die zij uit het soort wolken verkrijgen. Hierop baseren zij de indeling van hun dagelijkse aktiviteiten. Duivenliefhebbers, convoyeurs en lossingsverantwoordelijken doen er goed aan om het soort bewolking telkens goed te kunnen identificeren, want postduiven zijn totaal afhankelijk van de beslissingen die zij nemen waar en wanneer te lossen.


Sitemap
Printvriendelijk
Mail sturen
RSS feed

Submenu

Uw naam

Paswoord

Remember me


Steven van Breemen