Welke zijn de omstandigheden waarbij niet mag worden gelost? 1. Het zicht bedraagt niet meer dan 5 kilometer. 2. Het regent constant, het is mistig of het onweert. 3. Het wolkendek is laaghangend, grauw en onbeweeglijk. 4. Een te sterke kopwind met een windkracht van meer dan 6. 5. Wanneer de middagtemperatuur meer dan 30 graden Celsius bedraagt bij vluchten met jonge duiven en meer dan 33 graden Celsius voor oude duiven. 6. Wanneer het een sterke wind is, met veel bewolking en zware regen op de vluchtlijn. 7. Als de duiven in de container muisstil zijn en aldus aangeven dat er iets niet in orde is. Of als het in de omringende natuur doodstil is. 8. Indien er inversie aanwezig is. 9. Indien het aardmagnetisch veld ernstig is verstoord en er tegelijkertijd ook andere negatieve invloeden aanwezig zijn. 10. Indien de duiven nog onvoldoende tijd hebben gehad om tot rust te komen tussen het tijdstip van aankomst op de losplaats en het moment van lossing. 11. Indien de lossing, rekening houdend met het seizoen, te kort na zonsopgang plaats zou moeten vinden. 12. Indien normaal gesproken vanaf het moment van lossen(bij vitesse-, midfond- of dagfondvluchten), rekening houdend met de te overbruggen afstand en de wind, het merendeel van de duiven niet thuis kan komen. Dan moet de vlucht tot de volgende dag worden uitgesteld.
De meest gunstigste omstandigheden om postduiven te lossen zijn de volgende:
1. Staartwind. 2. Temperaturen tussen de 10 en 25 graden Celsius. 3. Droog weer. 4. Een zicht van meer dan 20 kilometer. 5. Hogere, zich voortbewegende bewolking met veel blauw er tussen, de zgn. "hollandse schilderij luchten".
Bij deze weersomstandigheden staan de convoyeurs gewoontegetrouw meteen te trappelen om te lossen. Toch moeten de convoyeurs in zo´n situatie heel voorzichtig wat worden afgeremd. Want als iedereen op hetzelfde moment begint te lossen, komen er teveel duiven tegelijkertijd in de lucht. Het zich vermengen van grote groepen vluchtduiven van teveel lossingen moet zoveel mogelijk worden vermeden vooral als het lossingen met jonge duiven betreft. Daartoe nemen de lossingsverantwoordelijken, zoals reeds te doen gebruikelijk, contact op met Bureau Wedvlucht Begeleiding die op dat moment het beste overzicht heeft wat er zich allemaal op uw vluchtlijn afspeelt. Indien de telefoonlijn op dat moment overbezet is kunt u zich natuurlijk ook op de hoogte stellen wat andere afdelingen aan lossingstijdstippen gepland hebben op de verderop vermelde sites van nederlandse en belgische lossingen.
Waar men zich ook niet toe moet laten verleiden bij de genoemde gunstige omstandigheden is om de duiven te vroeg te lossen. Raadzaam is het volgende schema aan te houden:
1. In de maanden april en september: pas 2 uur na zonsopkomst. 2. In de maanden mei en augustus: pas 1,5 uur na zonsopkomst. 3. In de maanden juli en juli: pas 1 uur na zonsopkomst.
|